Architectuurreis Vals: sporen gevormd door tijd en natuur

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image

In de Zwitserse Alpen manifesteert architectuur zich zelden op de voorgrond. Ze zoekt geen spektakel, maar ontleent haar kracht aan precisie, aandacht en verankering. Bouwen is er geen autonome daad en architectuur ontstaat er niet los van haar context, maar biedt een antwoord op landschap, traditie en gebruik. Eind augustus 2026 trekt planopli naar Vals en omstreken voor een studiereis die verder kijkt dan de gebaande paden. De reis nodigt uit om de continuïteit en rijkdom van een architecturale cultuur te ervaren waarin traditie en vernieuwing onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

De opvallende houding ten opzichte van architectuur maakt Graubünden, het oostelijkste en grootste kanton van Zwitserland, internationaal uitzonderlijk. In deze ruwe alpiene omgeving krijgen keuzes die elders vanzelfsprekend lijken een nieuwe scherpte. Materiaal, schaal en situering worden hier geen esthetische voorkeuren, maar noodzakelijke ontwerpinstrumenten.

Traditie als ontwerpkader

Een rode draad doorheen Graubünden is de manier waarop architectuur zich verhoudt tot traditie. Niet als belemmering, maar als actief ontwerpkader. Dat blijkt onder meer in het werk van Gion A. Caminada, wiens dorpshuizen en scholen tonen hoe architectuur een sociale rol kan opnemen. Zijn projecten starten niet vanuit vorm, maar vanuit gemeenschap, ambacht en gebruik. Lokale bouwmethodes en kennis zijn niet gereproduceerd, maar herwerkt tot hedendaagse antwoorden met een sterke menselijke maat.

Bij Peter Zumthor verschuift de focus van het sociale naar het zintuiglijke. In zijn gebouwen wordt architectuur een ervaring van materie, licht en stilte. De Therme Vals geldt daarbij als een sleutelwerk: geen object in het landschap, maar een ruimtelijke sequentie die voortkomt uit steen, water en topografie. Half ingegraven in de berg, opgebouwd uit lokaal gewonnen kwartsiet, ontvouwt het badhuis zich als een ritueel parcours waarin de zintuigelijke ervaring centraal staat. Zumthors architectuur onttrekt zich aan tijdelijkheid en zoekt een intens, bijna lichamelijk contact met de plek.

Valerio Olgiati benadert diezelfde context vanuit een uitgesproken formele helderheid. Zijn werk toont hoe abstracte geometrie en radicale keuzes niet hoeven te botsen met lokale bouwculturen, maar deze net kunnen herinterpreteren. Gebouwen zoals de school in Paspels of het atelier in Scharans zijn eigentijds en autonoom, en tegelijk diep verankerd in archetypes en schaal van de regio. Monumentaliteit ontstaat hier niet door grootte, maar door concentratie.

Nieuwe stemmen, gedeelde gevoeligheid

Naast deze gevestigde namen komen ook andere bureaus nadrukkelijk aan bod tijdens de vijfdaagse reis. Architecten zoals Capaul & Blumenthal en Nickisch Walder bijvoorbeeld bouwen voort op dezelfde aandacht voor context, maar vertalen die naar nieuwe programma’s en materialen. Hun interventies tonen hoe terughoudendheid en precisie kunnen leiden tot een diepe ruimtelijke betekenis. In deze projecten wordt duidelijk dat schaal geen maatstaf is voor impact. Door zorgvuldige keuzes in materiaal en situering, verdiepen ze hun omgeving, in plaats van haar te domineren.

Architectuur als cultureel landschap

Eén van de meest veelzijdige architecturale regio’s van Graubünden is het kanton Surselva. Van diepe valleien tot hooggelegen dorpen ontvouwt zich hier een mozaïek van sacrale plekken, woonhuizen en publieke gebouwen. In Ilanz, Vrin en Lumbrein wordt zichtbaar hoe architectuur zich blijft verhouden tot lokale rituelen en gemeenschapsleven, telkens opnieuw vertaald naar een hedendaagse gevoeligheid.

In Flims en Laax volgt de groep de sporen van Rudolf en Valerio Olgiati, vader en zoon, die elk op hun manier een blijvende invloed uitoefenden op de regio. In Valendas en Trun krijgt historisch patrimonium een nieuw leven door ingrepen van jonge architecten en kunstenaars.

Een bezoek aan de Therme Vals vormt binnen deze regio een hoogtepunt van het programma. Hier wordt architectuur niet alleen geanalyseerd, maar daadwerkelijk ondergaan als ruimte, temperatuur, beweging en stilte.

Variaties binnen één houding

Ook buiten Surselva verdiept het beeld van Graubünden als architecturaal ecosysteem. In Plessur ontmoeten stedelijke structuren en dorpse schaal elkaar. Chur toont hoe historische stadsweefsels blijven evolueren, terwijl Haldenstein een intieme inkijk biedt in de praktijk van Peter Zumthor, waar architectuur deel wordt van het alledaagse leven.

In Viamala schrijft architectuur zich met uiterste precisie in het landschap. De kapel van Christian Kerez, haast onzichtbaar verscholen in het groen, herleidt architectuur tot licht, leegte en concentratie. In Landquart verschuift het perspectief opnieuw: Bearth & Deplazes en Peter Zumthor tonen hoe hedendaagse architectuur zich kan verhouden tot een stedelijk weefsel, terwijl bij het Plantahof projecten van Valerio Olgiati en Nickisch Walder de relatie tussen collectief gebruik en individuele ervaring onderzoeken.

Architectuur als levende cultuur

Wat Graubünden uiteindelijk onderscheidt, is niet een herkenbare stijl, maar een gedeelde houding. Traditionele bouwtechnieken zoals natuursteenmetselwerk en houtconstructies worden hier niet museaal bewaard, maar kritisch herwerkt. Architectuur blijft evolueren, zonder haar oorsprong te verloochenen.

Van 26 tot 30 augustus 2026 trekt planopli, organisator van kunst- en architectuurreizen, met architectuurliefhebbers door Graubünden. Tijdens de studiereis wordt de regio niet als aaneenschakeling van iconen beschouwd, maar als een lezing van een landschap waarin verleden en heden voortdurend met elkaar in gesprek zijn. Architectuur wordt er niet alleen bekeken, maar ervaren via zintuiglijke aanwezigheid. 

Op de website van planopli kan je meer lezen over de reis. Inschrijven kan tot en met 8 mei. Voor vragen kan je contact opnemen via planopli@planopli.net

Bron planopli

  • Deel dit artikel

Onze partners