Dokter Daylight 23/24 | Daglicht, er is meer dan je op het eerste gezicht ziet
RECAP: DO'S & DON'TS
Daglicht speelt een cruciale rol in de architectuur: niet alleen als esthetisch element, maar ook als essentieel aspect van een functioneel ontwerp. In de rubriek Dokter Daglicht geeft VELUX je advies over natuurlijk licht.
Tip 23: ALLES even terug op een rijtje: wat wil je met je OPENING doen?
1) Ben je op zoek naar voldoende licht? Dit betekent ontwerpen en het berekenen van DIFFUUS LICHT met de Daylight Visualizer/Duimregel.

- Doel: openingen zodanig dimensioneren en plaatsen dat men minstens 300lux (DF2%)/500lux (DF3.3%) of 750lux (DF5%) haalt*. 5%DF betekent dat men tijdens de dag doorheen het jaar geen kunstlicht meer nodig heeft. (*waarden voor België)
men houdt geen rekening met het directe licht dat maar op beperkte momenten aanwezig is. Deze zoektocht is daarom dan ook niet-oriëntatie gevoelig! - Het referentiemoment is 21 maart 12u met bedekte witte hemel. Die waarde nemen we als referentie voor het jaar: wat ik dan heb zal ik meestal hebben
- Duimregel als je geen simulatieprogramma hebt: Het licht reikt maar zo diep als 2x de hoogte/bovenkant van de opening. Hoe hoger geplaatst hoe performanter. Van boven hebben we ook minder obstakels.
- Denk aan lux/functie in plaats van lux/ruimte
het meest performante licht komt van boven: hoe vlakker de opening hoe performanter (tot 3x meer voor dezelfde oppervlakte) - Challenge: bij uitbouwen licht terugkrijgen in de middenruimte die het aanvankelijk had maar na de uitbouw verloor.
- Hoe? Een opening met de juiste afmeting op de juiste plek
2) Ben je op zoek naar direct zonlicht? = zoeken naar mooie effecten van het licht.
Hier werken we met DIRECT ZONLICHT en zoeken we de momenten en de plek waar we het binnen kunnen halen. Een wand belichten, een mooie schaduw zien in de ochtend of de avond. Het uur en de plaats is belangrijk, gelinkt aan de oriëntatie. Hiermee creëert men de sfeer van uw woning. Dat is compleet verschillend van doel1. Oriëntatie is alles hier. Hier moet men perfect weten welk direct licht men wil: voldoende, beheerst en niet te veel is de juiste balans die men moet zoeken.

- Doel: Volgens de EN17037 zou men in een leefruimte 1.5u tot 3u per dag direct zonlicht in een leefruimte moeten hebben om een boeiende gezonde ruimte te hebben.
- Hier hebben we de zonnepositie nodig: wanneer staat die waar en hoe hoog. Zie sunearthtools..com
- Sleutelmoment is Maximumstand zon in België is 62°op 21 juni 12u; op 21 maart zit de zon op 40°. Op 21 december op 17°
- Let op: in het zuiden staat de zon het hoogst en het felst, maar daardoor komt ze niet ver binnen en heeft men hogere contrasten. Het is in het Oosten en het Westen dat de zon lager staat en verder binnen reikt. Voor dezelfde reden zal de zon in de lente en de herfst in het zuiden verder binnendringen dan in de zomer.
- In de stad kan men stellen dat de zon vanaf 21 maart 40° boven de buren begint uit te schijnen. Dat is de zon die men wil vangen of waartegen men zich wil beschermen.
- Let op: de zon gaat verder dan het Westen en begint vanaf 21 maart ook vroeger dan het Oosten! Daardoor schijnt er weldegelijk direct licht doorheen een opening die noord-gericht is (als er geen lage obstakels in het oosten of westen liggen, tenminste)
- Een opening in het (plat) dak is minder oriëntatie gevoelig
- Maak dat schaars direct licht eerder zichtbaar op een muur dan op de grond waar het vaak verloren gaat tussen het meubilair
- Strijklicht tegen een noordwand geeft zichtbaar direct licht op de wand de hele dag lang. Ideaal voor een accentwand.
- Challenge: Direct zonlicht in een Noord-georiënteerde ruimte krijgen
- Dat direct licht bevat blauw licht in de ochtend dat ons activeert en energie geeft: ideaal om mee wakker te worden, dus voor slaapkamers.
- Effecten: strijklicht, schaduwen van bomen of bladeren zien, water, reflecties, kleuren, verblinding, voorkomen om in eigen schaduw te werken…
- Hoe? Lange smalle openingen op de juiste plaats, kleine bewuste openingen…. =ATMOSFEER
3) Zichten creëren?
We willen allemaal die mooie zonsondergang zien. Er is de horizon, de hemel en de grond: Volgens de EN17037 moet je minstens 2 niveaus van de drie kunnen zien om je niet opgesloten te voelen. De horizon moet er steeds deel van uitmaken.

- Wat wil je zien: enkel de stam van de boom in je tuin of zijn kruin, de hemel en de zon?
- let op voor verblinding: dit is het verschil tussen een felverlichte oppervlakte en de donkerder oppervlakte ernaast. Deze ratio mag niet te hoog zijn (tussen 1/3 tot 1/10.
- Dit is waarom een uitbouw meestal brede ramen heeft. Maar vergis je niet: een breed raam is geen hoog raam en het licht zal met een mooi breed zicht niet persé diep licht hebben.
- ooghoogte volwassen is 155 en kinderen is 125: hou zo goed mogelijk die hoogte vrij voor je zichten. Die lijn zou midden in je opening moeten uitkomen.
- Denk bij zichten niet enkel aan de zon maar ook aan de maan en de sterren die je ‘s nachts kunt zien. Dat is soms nog magischer!
4) Daglicht zonder Oververhitting: oververhitting heeft men wanneer direct zonlicht doorheen glas gaat. Ontwerpen van een slim gebouwenschild is hier essentieel: de juiste dakhelling en vorm.

- Het Noorden is Low-Tech, het Zuiden Hi-Tech: misschien is een tuin naar het Noorden helemaal niet zo een slecht idee.
- Duimregel: men kan stellen d at een noord gerichte gevel tot 60% openingen mag bevatten, maar de andere oriëntaties maximaal de helft, om oververhitting te voorkomen
- Noorden twee openingen t.o.v. Zuiden 1 opening
- Het sheddak-principe als ultiem model: een opening aan de noordkant op een helling waarbij geen direct zonlicht reikt.
- Met zo weinig mogelijk openingen zo performant mogelijk zijn
- een kamer in het zuiden of het westen is niet het beste idee: in het westen , tegen de avond bevat zonlicht meer infrarood licht dat voor oververhitting zorgt tegen de avond waardoor de ruimte de tijd niet meer heeft die warmte af te voeren tegen dat me wil gaan slapen.
- Oververhitting kan men enkel verhelpen met buitenzonneschermen op de momenten dat er direct licht op zou kunnen vallen. Binnengordijnen helpen veel minder. Als men geen andere keuze heeft dan moet men proberen de ontstane warmte direct af te voeren via verluchting
- We willen de warmte van direct licht in de winter voelen (solar gain), maar niet in de zomer. In België zijn we nog steeds een land waar we meer energie verbruiken om in de winter te verwarmen dan in de zomer af te koelen. Daarom is het overwegen van zonwerende beglazing, die als nadeel hebben minder licht binnen te laten, het hele jaar door, niet zo een goed idee. Wel als men meer dan genoeg licht heeft (doe een lichtsimulatie met speciale beglazing en kijk of de Daglichtfactor voldoende is, zo ja dan heb je een mooi compromis). Vaak is het anders en heeft men alle zonnelicht nodig om met normaal glas het gewenste niveau te halen en kan men een extra handicap niet aan.
- natuurlijke verluchting in de zomer en mechanische verluchting in de winter
- vergeet ook niet met inerte massa te werken. We moeten hier meer mee aan de slag en duidelijke concepten bedenken. Inertie gaat uit van een lange absorptietijd om warmte op te nemen maar straalt die ook traag af. Houten huizen verliezen hun warmte direct bij het openen van een raam in de winter, dit door gebrek aan accumulatiewarmte. Zulke batterijen/massa voorzien in zolders en aan veranda’s en die blootstellen aan direct licht in de winter en niet in de zomer, werken met massieve schoorstenen met gesloten of open bovenkant om overdruk lucht ventilatie te voorzien. We kennen de technieken uit het verleden.
5) Verluchten: elke opening gemaakt om licht binnen te laten is er eentje die mee kan helpen verluchten.

- De warmste lucht stijgt, dus daar moet ze afgevoerd worden: dit effect noemt men stacking en een hoogteverschil van 4m tussen lucht aanvoer en afvoer is ideaal
- Men kan ook verluchten door tocht te laten ontstaan via openingen in de vier hoeken. Dit noemt men cross-ventilation
- Denk aan nightcooling: een centrale opening in het gebouw die ‘s nachts alle warme lucht afvoert. Via openstaande binnenramen of deuren staat elk lokaal in verbinding met di centrale gang /traphal. Het gebouw start de volgende dag met een lagere temperatuur.
6) Een opening om ruimte te creëren: gebruik de dikte van uw wand of dak. Telkenmale men een opening maakt ontstaat weer nieuwe ruimte. Dit komt omdat onze buitenwanden en daken steeds dikker worden.

- Hoe breder een opening hoe effectiever. Plots kan men een nieuwe functie in die opening plaatsen. Hoe breder, hoe beter
- Doe dit boven een trap of in lage ruimten door bv het plafond open te breken. Stapel ramen en ga verticaal zo hoog mogelijk om licht zo centraal mogelijk te brengen en daarmee ruimte vrij te maken
- het idee: licht maakt een donkere ruimte bruikbaar.
- Challenge: de tip of the top leefbaar maken
- Not-done: een uitbouw toevoegen om een beetje ruimte te winnen terwijl men alle licht uit de ruimte verliest.
7) Wat daglicht niet kan of geen goed idee is: enkele voorbeelden
- daglicht geraakt niet zo gemakkelijk de hoek om. Het idee van: ik laat licht via een nis aan de zijkant van een gang naar beneden schijnen en hopen dat alle appartementen met een binnenraam dat licht zullen binnenkrijgen zal niet werken. Het licht zal niet uit die nis geraken.
- Een sheddak die uitkijkt naar een andere oriëntatie dan het noorden, heeft geen zin
- een super breed schuifraam in een uitbouw laat geen dieper licht binnen. Overschat een verticaal raam niet.
- een sporthal die een lange zijde heeft met een opening die naar het noorden kijkt zal laag licht vanuit het westen binnenhalen die een heel sportveld verlicht. Vanaf drie uur in de namiddag kan dat lage licht in de ogen niet gewenst zijn. Ramen in het noorden zijn niet altijd veilig. Een zenitale smalle opening tegen een wand centraal in een sporthal zal daarentegen door de hoge positie van de zon veel minder impact hebben op een speelveld. Je moet ze juist plaatsen.
- Een uitbouw naar het zuiden is veel moeilijker te beheersen dan een uitbouw naar het noorden
- een oversteek aan de noordkant voorzien is een heel slecht idee. Zeker als je dit enkel doet omwille van een uniformiteit met de zuidkant. In het noorden neemt een oversteek al je licht weg.
- Een muuraansluitingsraam voorzien zonder dat men de latei erachter wegneemt heeft ook geen zin. Die latei haalt alle licht tegen. Je kan even goed een vlakke dakopening voorzien op eenzelfde afstand als de hoogte van de latei.
WIST JE DAT: Het is de kanteling van de aarde die zorgt dat men seizoenen heeft. Die kanteling bedraagt ongeveer 23°. Wanneer de aarde van de zon gekanteld is heeft men winter en naar de zon, zomer. Kortom: België ligt op 50° latitude. Op 21 maart zit de zon loodrecht op de evenaar: 90° dus. Voor België betekent dat dus 90°-50°=40°. Die 40° is de maximumstand van de zon op die dag om 12:00. Door de 23° kanteling kan men snel uitrekenen hoe hoog de zon staat in de zomer: dit is 40°+23°=63°. In de winter is dat 40°-23°=17°.

Licht is magisch, bevat vele eigenschappen die ruimten kunnen transformeren maar ook de mensen die erin wonen. Licht kan veel maar we vergeten het omdat het zo vanzelfsprekend is. Als men gebrek ervan aanvaard zal men dat later duurder betalen.
Vaak zijn openingen in het dak de eerste openingen die weer verdwijnen omwille van financiële beperkingen. “Wilt u een opening?” wordt dan een financiële overweging en duwt de gedachte van een opening naar een optionele gedachte. Zou men echter veel beter kunnen uitleggen waarom het geen optie is maar het echte belang ervan duidelijk kunnen overbrengen dan is het vaak duidelijk hoe belangrijk en onvoorwaardelijk een opening kan zijn: om terug licht te brengen in de naastliggende ruimte, om direct licht in een noord-gelegen ruimte te brengen, om voldoende daglicht binnen te laten om een ruimte te laten leven. Men moet dit voelen, gezien hebben. Er is niets overtuigender dan het effect van licht te kunnen zien om het belang ervan te begrijpen. Een keuken met een kookeiland bouwen met de romantische gedachte aan alle mooie sociale momenten rond de bar valt in duigen als die keuken in het donkerste deel van je uitbouw zit. De waarde van die ene opening valt compleet in het niets t.o.v. de prijs van de keuken zelf maar zal de beleving van die keuken wel compleet veranderen.
Een ander voorbeeld is wat de waarde van een kleine smalle opening op de juiste plaats kan betekenen wanneer het direct licht de hele dag lang op een wand kan schijnen in een ruimte die door zijn oriëntatie normaal nooit direct licht ziet.
Daarom is de storytelling van de architect zo belangrijk en maakt men best renders met enkel natuurlijk licht (dus zonder kunstlicht). Dat toont de ware aard van uw gebouw. Het moet steeds duidelijk gemaakt worden aan de eindklant waarom een bepaalde opening nodig is, wat het aan magie en leven creëert.
Het is trouwens verbazend te zien hoeveel meerwaarde men geeft aan het effect van een goed doordachte lichtopening t.o.v. de echte meerprijs om die te realiseren.
Daglicht is lux, maar het is geen luxe, geen optie. Daglicht is noodzakelijk en de beste investering. Dit begrijpelijk aan uw klant vertellen, hem met tools laten inzien wat het kan betekenen en hoeveel verschil het voor de beleving van zijn ruimte kan maken, voor de waarde van zijn gebouw en de Well-Being voor hemzelf is wat de Daylight Academy beoogd heeft tijdens al deze hoofdstukken.