Duurzame herinrichting voor iconisch dakplein van NEMO Science Museum
Het dak van het NEMO Science Museum in Amsterdam is niet alleen een architectonisch hoogstandje, maar ook een geliefde publieke ruimte. Het markante dakplein, ontworpen door Renzo Piano, onderging recent een grondige renovatie. De aanleiding: aanhoudende lekkages en een verouderd hemelwatersysteem. Maar de renovatie bood ook kansen voor vernieuwing. Met een groenere en toekomstgerichte herinrichting kreeg Amsterdam er ter ere van haar 750-jarig bestaan een fris stadsplein bij — en dat op een van de hoogste punten van de stad. Voor de vloer werd bewust gekozen voor Accoya-hout, vanwege zijn duurzaamheid en robuustheid.
Hedendaagse invulling voor een herkenbaar stadsicoon
Steyn van Hamersveld, Hoofd Facilitaire Diensten bij het NEMO Science Museum, legt uit waarom de vernieuwing noodzakelijk was: “Het dak vertoonde al meer dan tien jaar lekkages. Door de complexe hellingshoek en de opbouw met zware betonnen elementen was de renovatie echter geen evidentie. Aanvankelijk wilden we na het herstellen van de waterdichte lagen de oorspronkelijke betonblokken hergebruiken. Maar dat bood weinig meerwaarde en bleef duur. We stelden ons dus de vraag: als we toch investeren, kunnen we het dakplein dan niet tegelijk eigentijdser maken?”
Die denkoefening leidde tot een nieuw ontwerp van architect Renzo Piano, met een groene piazza als centrale plek. Steyn: “Zowel de museumdirectie als de Stad Amsterdam waren meteen enthousiast. We wilden met deze nieuwe inrichting de band met de stad en onze bezoekers versterken. NEMO is er immers voor iedereen. Het plein moest uitnodigen tot ontmoeting en multifunctioneel inzetbaar zijn.”
Accoya-hout als duurzame vloeroplossing
Bij de materiaalkeuze stond duurzaamheid centraal. Steyn: “Renzo Piano bracht Accoya-hout onder onze aandacht, geproduceerd bij Accsys in Arnhem en geleverd door Carpentier. Dit snelgroeiende hout is bestand tegen schimmels, rotvrij, en heeft een lange levensduur. Ik ben zelf bij Accsys gaan kijken en was meteen overtuigd — zeker omdat er in de buurt van ons museum al jarenlang een Chinees restaurant op het water drijft aan een steiger van Accoya.” Naast ecologische duurzaamheid speelde ook robuustheid een rol. “Ons dak krijgt jaarlijks honderdduizenden bezoekers. Accoya is bestand tegen die belasting én heeft een lage CO₂-voetafdruk”, aldus Steyn.
Ook voor Jeffry Nuis, projectcoördinator bij aannemer Ooijevaar, was het een primeur: “Voor ons was het de eerste keer dat we met Accoya werkten, net als met het verborgen kliksysteem voor de montage. Gelukkig had onze plaatsingspartner hier wel ervaring mee. Het voordeel is dat de vloer eenvoudig te demonteren is, al zal dat zelden nodig zijn. Bovendien blijft het hout onbehandeld, waardoor het mooi vergrijst – precies zoals de architect het wilde.”
Slimme technieken voor complexe dakrenovatie
De ligging van het museum — omringd door water en boven de IJ-tunnel — maakte de werf logistiek uitdagend. Jeffry: “We hebben een kraan op de bestaande liftschacht geplaatst. Na onderzoek bleek dit de beste oplossing. Zo konden we materialen eenvoudig aan- en afvoeren, met minimale belasting van de kade.” De oude daklagen werden volledig verwijderd tot op het betonnen oppervlak. “Daarop brachten we opnieuw isolatie en een bitumenlaag aan als waterkering.”
“Vervolgens plaatsten we de voeten voor de draagconstructie van de nieuwe houten vlonder. Samen met een partner ontwikkelden we verschillende lengtes van voeten die telkens ongeveer 10 centimeter in hoogte verstelbaar waren, om de hoogteverschillen in het originele dak op te vangen. Tussen de kleinste en grootste poten zat maar liefst 35 cm verschil. Daarboven kwamen verzinkte stalen L-profielen, houten balken, het aluminium kliksysteem en tenslotte de Accoya-vloer”, vertelt Jeffry.
Dankzij de slimme aanpak van Ooijevaar bleef het museum grotendeels open. Steyn: “De werken vonden plaats in de winter, wanneer het rustiger is. Alles verliep volgens planning. Voor bezoekers was de impact dus beperkt.”
Toekomstgericht plein voor evenementen en ontmoeting
Sinds mei 2025 is het vernieuwde dakplein weer publiek toegankelijk. Jeffry: “Het is groener, uitnodigender én multifunctioneel geworden. Het plein is vrij toegankelijk, zonder dat je via het museum hoeft. Onderaan de trap is nu ook een kiosk voor snacks en drankjes, wat de gebruikservaring ten goede komt.”
Steyn vult aan: “Het resultaat overtreft onze verwachtingen. Tijdens de ToekomstTiendaagse in juni gebruikten we het plein precies waarvoor het bedoeld is: als open plek waar allerlei activiteiten kunnen plaatsvinden. Dat werkte uitstekend. We plannen in de toekomst meer evenementen op het dak.” Tot slot blijft onderhoud belangrijk, benadrukt Steyn: “Net als bij de vorige betonnen vloer is regelmatig reinigen noodzakelijk. Maar daar zijn we op voorbereid.”