Eén op vijf architecten denkt aan stoppen: bevraging legt structurele problemen in de sector bloot

Tijdens de conferentie Architectuur in balans? - op 23 oktober 2025 in het BEL in Brussel - werden de resultaten voorgesteld van het grootschalige EquiLibre-onderzoek van HIVA – KU Leuven naar het welzijn en de werkomstandigheden in de architectuursector. Het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Orde van Architecten – Vlaamse Raad, legt de structurele problemen van het beroep pijnlijk bloot. Uit de bevraging bij ruim 1.800 architecten blijkt dat bijna één op vijf overweegt de sector te verlaten, vooral jonge vrouwen, die hun loopbaan gemiddeld na tien jaar beëindigen. Terwijl 91% trots is op het beroep en het werk inhoudelijk boeiend vindt, ervaren velen structurele overbelasting, financiële onzekerheid en een verstoorde werk-privébalans.

Ook Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) reageert ongerust: de organisatie wijst op een toenemend risico dat getalenteerde architecten de sector verlaten bij gebrek aan financiële leefbaarheid. “Architecten werken in een complex en veeleisend beroep, maar hun vergoeding staat niet in verhouding tot de inspanningen,” zegt NAV-directeur Steven Lannoo. Volgens hem bevestigt het onderzoek wat al langer in de sector leeft: de passie is groot, maar de werkdruk en de lage erelonen zijn structureel. NAV benadrukt dat het probleem niet alleen financieel is, maar ook raakt aan het mentaal welzijn, de instroom van jong talent en de toekomst van de architectuurpraktijk. “Zonder betere voorwaarden, eerlijke verloning en respect voor de waarde van architectuur, dreigen we het beroep zelf uit te hollen,” waarschuwt Lannoo.

Lage lonen, hoge verwachtingen

De lage verloning is niet het enige pijnpunt. Veel respondenten ervaren een grote kloof tussen inzet en waardering. De hoge werkdruk, de complexiteit van dossiers en het gevoel voortdurend aansprakelijk te zijn voor fouten van anderen wegen zwaar. “De grootste frustratie is de werklast opgelegd door de stedenbouwkundige administratie,” getuigt een deelnemer. “Vaak worden er zaken gevraagd die niets te maken hebben met de gevraagde werken.”

Tegelijk blijkt uit het rapport dat de meerderheid van de architecten als zelfstandige werkt, vaak in kleine kantoren. Vooral jonge architecten zijn kwetsbaar, omdat ze geregeld als zelfstandige voor één bureau werken — wat wijst op mogelijke schijnzelfstandigheid. “Ik doe mijn werk enorm graag en voel me gewaardeerd, maar ik krijg gewoon te weinig betaald,” klinkt het bij een andere deelnemer. De financiële krapte in kleine bureaus maakt het moeilijk om medewerkers een correct loon te bieden.

Jonge vrouwen verlaten massaal het beroep

NAV noemt de uitstroom van jonge vrouwen “een alarmsignaal”. Hun gemiddelde carrière in de sector bedraagt amper tien jaar, tegenover 25 jaar voor mannen. De combinatie van hoge werkdruk, onzekere inkomsten, gezinsleven en beperkte doorgroeimogelijkheden blijkt moeilijk houdbaar. Veel jonge vrouwen verlaten het beroep op het moment dat ze net professioneel zouden kunnen doorbreken. “Deze trend bedreigt de toekomst van het vak,” zegt Steven Lannoo. “We dreigen een generatie te verliezen die nochtans essentieel is voor de vernieuwing van het beroep.” Volgens NAV moet het debat over gelijke kansen in de sector daarom ook over economische en structurele randvoorwaarden gaan, niet alleen over cultuur of mentaliteit.

Het gemiddelde netto-jaarinkomen van een architect bedraagt € 25.454, nauwelijks de helft van dat van advocaten of tandartsen. Daarmee bevinden architecten zich “aan de onderkant van de vrije beroepen”. De kloof tussen de verantwoordelijkheid die architecten dragen en de vergoeding die ze daarvoor ontvangen, is volgens de onderzoekers onomstotelijk aangetoond. Toch blijft de motivatie opvallend groot: driekwart van de bevraagden zegt zijn werk met passie te doen en in de sector te willen blijven, op voorwaarde dat er structurele verbeteringen komen in het verdienmodel en in de waardering van het beroep. Voor velen is het geen kwestie van opgeven, maar van hopen dat het beroep toekomstbestendig wordt gemaakt.

Structurele oorzaken en hervormingsnoden

Volgens NAV liggen de problemen diep verankerd in structurele scheeftrekkingen die de rendabiliteit van bureaus ondermijnen. Overheidsopdrachten in sociale woningbouw en infrastructuur zijn vaak verlieslatend, omdat ontwerpers nog te vaak gratis of tegen symbolische vergoeding deelnemen aan wedstrijden. De tienjarige aansprakelijkheid, de btw-ongelijkheid tussen architecten (21%) en aannemers (6%) en een groeiende administratieve last verzwaren de druk. Daardoor blijven veel architecten, ondanks hun opleiding en maatschappelijke rol, financieel kwetsbaar. “De overheid moet het goede voorbeeld geven,” zegt Lannoo. “Geen gratis wedstrijden meer, een eerlijkere aansprakelijkheid en een herziening van het btw-tarief.”

De bevraging toont dat veel architecten dezelfde prioriteiten delen als NAV. 68% vraagt richttarieven, 59% administratieve vereenvoudiging, 55% herziening van de aansprakelijkheid en evenveel billijke tarieven bij overheidsopdrachten. Ook eerlijkere stagevergoedingen (42%) scoren hoog. Volgens Lannoo is een grondige hervorming van de regelgeving de enige weg naar een leefbare sector. “Zonder structurele verbeteringen zal geen enkel statuut leiden tot een duurzame beroepspraktijk,” zegt hij. NAV ziet vooral heil in een bediendestatuut voor stagiairs als eerste stap naar meer zekerheid, maar benadrukt dat enkel een brede hervorming van regelgeving, aansprakelijkheid en verloning het beroep toekomst kan geven.

Orde van Architecten: naar een beroep dat opnieuw loont

De Orde van Architecten – Vlaamse Raad reageert even scherp op de resultaten van het EquiLibre-onderzoek en wil de discussie optillen naar het wetgevend niveau. Voorzitter Anton Draye noemt het rapport “een stevig fundament om parlementaire debatten te voeden over het wettelijk kader van de architect.” De Orde pleit voor een actualisering van de architectenwet van 1939, die de verantwoordelijkheden beter afbakent en schijnzelfstandigheid tegengaat. Daarnaast moet de overheid het goede voorbeeld geven met snellere vergunningen, billijke vergoedingen bij aanbestedingen en een realistische aansprakelijkheidsregeling. “Samen met onze partners willen we bouwen aan een beroep dat loont – in alle betekenissen van het woord,” zegt Draye.

De Orde vindt de tijd rijp voor een nieuw maatschappelijk contract tussen architecten, opdrachtgevers en overheden. Architecten dragen grote verantwoordelijkheden, maar krijgen daar zelden een correcte vergoeding voor. “Zonder evenwicht tussen inzet en beloning verliezen we talent en kwaliteit,” aldus Draye. Het EquiLibre-onderzoek biedt volgens hem concrete handvaten: het bundelt cijfers, getuigenissen en beleidsvoorstellen tot een kompas voor de toekomst. De Orde ziet het rapport als een mijlpaal in het debat over de toekomst van het beroep en als startpunt voor een breder gesprek over de maatschappelijke waarde van architectuur.

Bron NAV & Orde van Architecten

  • Deel dit artikel

Onze partners