Najaarstrip naar de Biënnale gepland? Dit mag je niet missen…
De 19de editie van de Biennale Architettura in Venetië opende op 10 mei 2025 en loopt nog tot 23 november. Veel bezoekers kiezen er bewust voor om pas in het najaar af te zakken: de grootste hitte is dan achter de rug, de toeristische drukte neemt af en de installaties komen vaak beter tot hun recht in een rustiger tempo. Toch kon Architectura niet wachten: we trokken in mei naar de opening van de editie die onder de titel Intelligens. Natural. Artificial. Collective. onderzoekt hoe architectuur zich kan aanpassen aan een snel veranderende wereld. We wandelden door de Corderie en de Arsenale, bezochten de nationale paviljoenen en gingen in gesprek met ontwerpers en onderzoekers. Lees verder voor een thematisch overzicht van wat ons is bijgebleven: Belgische bijdragen, opvallende paviljoenen en urgente thema’s.
Het Belgische paviljoen: bouwen dóór planten
In de Giardini presenteert Bas Smets samen met Stefano Mancuso het paviljoen Building Biospheres, waarin plantenintelligentie niet louter wordt getoond, maar actief het binnenklimaat aanstuurt. De installatie functioneert als een levend ecosysteem, gevoed door sensoren en realtime reacties. In de zijruimtes van het paviljoen reflecteren jonge Belgische bureaus zoals Elmēs en Panta op wat biosferisch wonen kan betekenen. Nog voor je goed en wel binnen bent, dient zich al een eerste hoogtepunt van de Biënnale aan – esthetisch sterk én inhoudelijk visionair.
Belgische voetafdruk: voorbij de nationale muren
Belgen duiken ook elders op. Zo werkte Manten Devriendt mee aan de Letse inzending over militaire landschappen, toont Sigrid Adriaenssens in Alternative Skies hoe dakambacht, materiaalwetenschap en geometrie elkaar kruisen, en reflecteert Luc Steels samen met Takashi Ikegami op zelfbewustzijn bij AI. In het Albanese paviljoen worden bureaus als XDGA, OFFICE en 51N4E aangehaald als referentie voor een architectuur die maatschappelijke processen activeert. Ook het Brusselse Recypark Demets kreeg een plek in de Corderie – als toonbeeld van circulaire stadsinfrastructuur.
Paviljoenen als spiegel: over zorg en kwetsbaarheid
Een opvallende lijn in deze editie is hoe landen hun eigen paviljoen als onderwerp nemen. Finland kiest voor een poëtische reflectie op restauratie als gedeeld auteurschap, terwijl Denemarken haar restauratiewerk letterlijk openstelt voor het publiek. In het Poolse paviljoen wordt dan weer niet het gebouw zelf, maar onze behoefte aan veiligheid onderzocht, met een mix van bijgeloof, architectuur en speelse interventies. Deze drie bijdragen maken samen een subtiel maar krachtig statement: zorg, continuïteit en kwetsbaarheid zijn cruciale dimensies van intelligent ontwerp.
Koelte zoeken: hittebestrijding als ontwerpstrategie
Dat hittestress hoog op de agenda staat, blijkt uit diverse paviljoenen en installaties. Bahrein overtuigde de jury met Heatwave, een passieve koelstructuur die traditionele technieken herinterpreteert en werd bekroond met de Gouden Leeuw. In de Arsenale toont het Duitse Wicona met Water-Filled Glass een innovatieve geveltechnologie waarbij water warmte buffert en hergebruikt. Ook het Parijse Roofscapes Studio maakt indruk met tactische vergroening van hellende zinken daken – een vaak vergeten oppervlakte. Alle drie stellen ze comfort voorop, zónder afhankelijkheid van energieverslindende technieken.
Een gedeeld project in een tijd van aanpassing
Wat opvalt in veel inzendingen is de bereidheid om het klassieke architectuurdiscours open te breken. De rode draad doorheen deze editie is de zoektocht naar architectuur die zich aanpast aan een wereld in verandering. Verschillende bijdragen herwaarderen bestaande kennis, verkennen nieuwe vormen van samenwerking en benaderen architectuur als een gedeeld proces. De Biënnale laat zien hoe natuurlijke, kunstmatige en collectieve intelligentie elkaar kunnen aanvullen via tastbare voorstellen die balanceren tussen praktijk en experiment, urgentie en verbeelding.