OPINIE. Natuur zonder stem: waarom bomen rechtspersoonlijkheid verdienen (Liesbeth Reekmans)
In het erfgoeddebat van vandaag en zelfs van recente projecten - zoals onlangs te horen was over de vleugel van het museum Boijmans Van Beuningen van Robbrecht en Daem – worden de toekomst van gebouwen terecht met zorg behandeld. We beschermen paviljoenen van toparchitecten, integreren historische gevels in nieuwe projecten en maken plaats voor restauratie, herbestemming en circulariteit.
Maar bomen? Die rooien we vaak zonder verpinken voor nieuwe constructies of als ze ouder zijn dan het gebouw dat we willen behouden of uitbreiden. In het – op één na - beste geval is er de reflex om waardevolle bomen met deskundigheid en zorg te verplaatsen, met een grote onzekerheid of ze het op langere termijn zullen halen. En terwijl de renders van te realiseren projecten vol staan met uit de kluiten gewassen bomen, vertrekken vele in de bouwsector op het terrein graag van een tabula rasa, ten koste van bomen op de bouwsite.
Kunnen we die dubbele standaard tussen gebouwd en levend erfgoed in vraag stellen? Net als gebouwen zijn bomen dragers van geschiedenis, identiteit en betekenis. Een honderdjarige eik vertelt het verhaal van een landschap dat ooit open was. Een rij platanen markeert de voormalige grens van een abdij, een dorpsplein of een verdwenen hoeve. Ze zijn herkenningspunten, koesteren microklimaten en verbinden generaties. En toch hebben ze geen stem.
In steden worden volwassen bomen steeds belangrijker. Ze temperen hittestress, bufferen water, verbeteren de luchtkwaliteit, versterken biodiversiteit en bieden mentale rust. Desondanks verdwijnen ze dagelijks voor parkeerplaatsen, nutsleidingen of nieuwe bouwvolumes. De standaardreactie? “We planten elders wel iets terug.” Maar ecologen vertellen ons: compensatie is een illusie. Geen enkele jonge aanplant kan op korte termijn de ecosysteemdiensten die een volwassen boom vervult, vervangen.
Wat ontbreekt, is structurele bescherming — en erkenning. In juridische termen: bomen hebben geen rechtspersoonlijkheid. Ze hebben geen stem in de besluitvorming, geen vertegenwoordiger die voor hun belangen opkomt.
Nochtans zijn er internationale voorbeelden. In Nieuw-Zeeland kreeg een rivier rechtspersoonlijkheid. In Colombia werden oerwouden erkend als juridische entiteiten met eigen rechten. Maar ook dichterbij huis, in Spanje kreeg het natuurgebied de Mar Menor-lagune de status van rechtspersoon, wat betekent dat wettelijke vertegenwoordigers haar belangen behartigen. Waarom dan niet de boom, zeker in onze stedelijke context waar hij letterlijk levensbelangrijk wordt?
De bouwsector staat op een kruispunt. Klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezondheid vragen om een andere kijk op ruimte. Wie vandaag bouwt, bouwt mee aan de leefbaarheid van morgen. Dat vraagt durf én een mentaliteitswijziging: volwassen bomen niet langer zien als obstakel, maar als bondgenoot. Als bouwstenen van een gezonde, veerkrachtige stad.
Wat als we vanaf nu elke boom ouder dan 30 jaar automatisch opnemen in effectstudies? Wat als bomen op bouwplannen dezelfde bescherming krijgen als funderingen? Wat als we ontwerpen mét bomen, niet ondanks hen? Niet uit romantiek, maar uit rationeel inzicht. Want net als goede architectuur maken bomen een plek tot wat ze is: betekenisvol, leefbaar, verankerd.
Het is tijd om de waarde – cultureel, ruimtelijk, ecologisch en economisch – van bomen in onze leefomgeving structureel te erkennen en die ook juridisch te verankeren. Zo geven we bomen een stem in ons denken, in onze plannen en in ons beleid. Laten we samen bouwen aan een toekomst die begint bij wat vandaag al wortel heeft.
Liesbeth Reekmans is coördinator Bomen Beter Beheren, een vzw die zich inzet voor het behoud en de uitbreiding van bomen buiten het bos, die cruciaal zijn voor een gezonde leefomgeving.