STEEN & BEEN. Belem (Filip Canfyn)

  • image

Onze huiscolumnist Filip Canfyn spuwt zijn beheerste gal over het doodmagere akkoord, dat op de 30ste klimaatconferentie van de Verenigde Naties in Belem bereikt werd. Nog 25 van die maten voor niks en we zitten in 2050 …

In de aanloop naar de zoveelste klimaatconferentie, dit keer in Belem, worden twee pyrrusoverwinningen gehaald. Eén, de elektriciteitsproductie uit wind en vooral zon, dus zonder uitstoot, scoort met een aandeel van 34% voor het eerst beter dan die uit steenkool, dus mét uitstoot, die maar 33% haalt. Twee, de aanbodgroei van hernieuwbare energie ligt globaal voor het eerst boven de vraagstijging van elektriciteit (hoewel de rijke landen dit nog altijd niet presteren …). Terzelfdertijd blijkt pijnlijk dat hét doel van Bakoe (2024), een verdriedubbeling van de capaciteit van die hernieuwbare energie tegen 2030, niet meer haalbaar wordt. De hoop op beterschap wordt helemaal de grond ingeboord in Belem: geen woord over de afbouw van fossiele brandstoffen en ontbossing, alleen een vaag bevestigen van hét doel van Parijs (2015), de 2°C-beperking, al wordt geïnsinueerd dat dit doel pas nà 2050 zal bereikt worden, omdat de vermindering van de broeikasgasuitstoot niét op schema zit.

Ik word hier kwaad van, maar kwaad op wie? Op de lobbytijgers, die over elkaars voeten vielen in Belem en ervoor zorgden dat het beschamend akkoord de belangen van hun broodheren niet schendt? Op de politici, ook massaal aanwezig, die niet durfden sturen en de makkelijkste weg volgden, wellicht vanuit een electorale vrees?  Of moet je als kiezer niet kwaad zijn op jezelf? Welk electoraal signaal gaven we? Dat van ‘we couldn’t care less’? Dat we alhier zelf niet verder raken dan 6,5% elektrische auto’s en 9% woningen met een A-label? Dat we liever chatgpten dan wakker liggen van het bijhorend energieverbruik van onszelf en van die megadatacenters?

Belem leert dat hét verdienmodel, dé business case moet blijven bestaan, ten voordele van de fossiele en andere economische grootmachten, omdat wij hiervoor impliciet applaudiseren, omdat wij ons consumptiegedrag en dus ons verbruik van energie, grondstoffen en ruimte ook niet willen milderen. “Elk volk krijgt de leiders die het verdient” is een uitspraak van ene Joseph de Maistre, een vurige tegenstander van de Franse revolutie, die impliciet wees op de noodzaak aan zelfonderzoek: burgers moeten niet alleen zwakke gezagsdragers bekritiseren maar ook zichzelf, omdat zij die leiders op het spreekwoordelijk schild gehesen hebben. Die uitspraak is intussen meer dan twee eeuwen oud maar we hebben nog 25 jaar tijd om tot de juiste inzichten te komen.

  • Deel dit artikel

Onze partners