Uniek karakter en toch opgaand in de omgeving: gevelsteen maakt het verschil

“De opdrachtgever is een lokale KMO in loonadministratie die op korte tijd enorm gegroeid is”, begint Bruno Callaert. “Van twee medewerkers naar 15 – die dynamiek moest ook voelbaar zijn in het gebouw. Tegelijk bevinden we ons op een typisch Vlaamse verbindingsweg met lintbebouwing en een industriebakkerij en café als buren. De schaal en materialen moesten daarop aansluiten zodat het gebouw in de omgeving zou passen, maar het mocht er wél op een positieve manier uitspringen.”

Het gebouw werd daarom trapsgewijs opgebouwd in drie lagen, met een inspringende dakverdieping en een uitkragende eerste verdieping. “De inkom is bewust niet monumentaal, maar door een overstek krijg je toch een duidelijke oriëntatie. Het zijn kleine gebaren die werken, zonder schreeuwerig te zijn.”

Levendige steen met veel creatieve mogelijkheden

Over de gevelsteen was Callaert snel zeker: “Ik was op zoek naar een materiaal dat niet flets oogt, maar diepte geeft. De rode DUBIO-steen (Salto) van Nelissen heeft een mooie, gevlamde nuance en een natuurlijke uitstraling. Van dichtbij zie je echt leven in die gevel.”

De plaatsing in wildverband in combinatie met de wisselend georiënteerde schaduwlijnen in de stenen zorgt voor een schaduwspel dat de gevel visueel activeert. “Die schaduwlijnen zijn voor mij geen effect om het effect, maar een manier om het ritme in het metselwerk subtiel te beïnvloeden. Zeker in combinatie met de fijne lijmvoeg van 3 tot 6 mm geeft dat een verfijnde textuur. Deze steen laat veel creativiteit toe.”

De eerste verdieping springt in het oog door de verticale plaatsing van de gevelsteen en een grijze kleurvariant. “Het was wat puzzelen qua uitvoering, maar het resultaat loont: die laag krijgt een heel eigen karakter en breekt het volume op een aangename manier.”

De bufferende kracht van massa

Ook op technisch vlak voldoet het gebouw ruimschoots aan de hedendaagse eisen. “We hebben gekozen voor een klassieke spouwmuur met een dikke isolatielaag, aangevuld met zonnepanelen en een warmtepomp. Het resultaat is een E-peil van 18 – voor een niet-residentieel gebouw is dat echt een sterk cijfer.”

Toch wijst Callaert vooral op de thermische inertie van het metselwerk. “Zeker bij warme zomers merk je het verschil. Die massieve gevel houdt de warmte buiten en geeft het gebouw een comfortabel binnenklimaat. Dat aspect wordt soms onderschat in vergelijking met lichte gevelsystemen.”

Ook inzetbaar in budgetgevoelige contexten

De positieve ervaring met DUBIO blijft niet beperkt tot dit kantoorproject. “Ik werk momenteel aan twee kleinschalige sociale woningprojecten waar we opnieuw met deze steen aan de slag gaan. Eén in een gelijkaardige rode tint, een ander met uitsluitend een lichte variant. Beide keren zoeken we naar een hedendaagse expressie binnen een strak budget.” Deze projecten tonen aan dat de DUBIO-steen niet alleen esthetisch en technisch overtuigt, maar ook inzetbaar is in budgetgevoelige contexten, zonder in te boeten aan kwaliteit of uitstraling.

Duurzaam en esthetisch op lange termijn

Callaert besluit: “DUBIO veroudert mooi en behoudt z’n karakter. Een vergelijking van recente foto’s met die van de uitvoering in 2021 bevestigen dat: nauwelijks verwering, geen verkleuring. Dat is voor mij de ultieme test. Ik wil over vijf of tien jaar nog fier zijn op een gevel. Dan weet je dat je de juiste keuze hebt gemaakt.”