Veronique Claessens wordt nieuwe Vlaamse Bouwmeester

  • image
  • image

De Vlaamse Regering heeft Veronique Claessens aangesteld als nieuwe Vlaamse Bouwmeester. Ze volgt op 1 oktober 2025 Erik Wieërs op, die eind juni zijn mandaat afrondde, en wordt de eerste vrouw in deze functie. Claessens is burgerlijk ingenieur-architect en ruimtelijk planner, en bouwde als directeur van het departement Ruimte bij stad Genk een sterk profiel op in stadsontwikkeling en publiek opdrachtgeverschap. Haar loopbaan wordt gekenmerkt door een brede visie op architectuur als katalysator voor maatschappelijke verandering, met bijzondere aandacht voor publieke ruimte, erfgoed, klimaatadaptatie en samenwerking — een aanpak waarvoor Genk vorig jaar de eerste Wisselboom kreeg binnen de Vlaamse Green Deal Klimaatbestendige Omgeving.

Veronique Claessens is ruim vijftien jaar actief in het ruimtelijk beleid van Genk, eerst als afdelingshoofd ruimtelijke ordening en wonen, en sinds 2014 als Directeur Sector Ruimte. Ze gaf mee richting aan onder meer de herbestemming van het mijnterrein Winterslag, de uitbouw van C-mine als culturele hotspot, de stadsvernieuwing van Sledderlo en Kolderbos, en de transitie van de tuinwijk Waterschei tot klimaatwijk. Ook de versterking van groenblauwe structuren en publieke ruimteprojecten liep mee via haar regie.

Van Genk naar Vlaanderen

De aanpak van Veronique Claessens vertrekt steeds vanuit analyse en visie. Ze zoekt ruimtelijke antwoorden op maatschappelijke uitdagingen, en koppelt strategische beleidsvorming aan het managen van innovatieve projecten. De Vlaamse ruimtelijke context boeit haar uitermate, met typische uitdagingen rond verdichting, verstedelijking en duurzaamheid. Eerder werkte ze in een Hasselts architectuurbureau en als consultant in stedenbouwkundig ontwerp. Sinds dit jaar is ze ook Fellow aan de Faculteit Architectuur en Kunst van UHasselt.

In haar eerste reacties benadrukt Veronique Claessens dat ze haar lokale ervaring wil inzetten op Vlaams niveau. “Door mijn ervaring weet ik heel goed wat lokale overheden nodig hebben en welke meerwaarde een Vlaams Bouwmeester voor die lokale besturen kan hebben”, zegt ze in VRT NWS. Claessens geeft voorlopig nog geen concrete ambities prijs, maar wijst op de nood om te inspireren en te zoeken naar ruimtelijke antwoorden op de uitdagingen van wonen en klimaat. “Om de inhoudelijke speerpunten te bepalen wil ik eerst de tijd nemen met mijn team.”

Lokale visie op kwaliteit

Als directeur Sector Ruimte in Genk kent Claessens het instrumentarium van de Vlaamse Bouwmeester als geen ander. In een video-interview uit 2021 van Architectuurwijzer lichtte ze toe hoe de stad de Open Oproep inzet voor complexe maatschappelijke vraagstukken. “We gebruiken de procedure niet alleen zelf, maar hebben er ook partners toe aangezet, zoals het ziekenhuis, het zorgbedrijf of LRM,” aldus Claessens. De Open Oproep wordt in Genk strategisch toegepast bij masterplannen en infrastructuurprojecten waarin ruimtelijke én sociale dimensies samenkomen. Daarbij is het volgens haar cruciaal dat het ontwerpdenken van bij het begin ingebed wordt, wanneer er nog ruimte is voor alternatieven.

Deze geïntegreerde aanpak leverde tastbare resultaten op. Genk wist zijn aantrekkelijkheid als stad te versterken via publieke ruimten van hoge kwaliteit en voorbeeldige transformatiesites. Claessens beschouwt ontwerpkwaliteit niet als een esthetisch extraatje, maar als een structurele investering. “Het denken vanuit ontwerp en proces is ook een attitude,” zegt ze, verwijzend naar de brede ondersteuning vanuit het bestuur. Zo ontwikkelde Genk een consistent beleid waarin publieke kwaliteit gekoppeld wordt aan strategische planning en maatschappelijke relevantie.

Ruimte maken voor betekenis

Claessens’ praktijkervaring voedt ook haar overtuigingen over wat publieke opdrachtgevers te doen staat. In een opiniestuk voor Bouwen aan Vlaanderen (2019) pleitte ze uitgesproken voor het behoud en de herbestemming van erfgoed. “Als de sporen uit het verleden van de stad worden uitgewist, verdwijnen ook de verhalen die de stad maken tot wat ze geworden is.” Volgens haar zijn beeldbepalende gebouwen geen luxe, maar noodzakelijk in het stedelijk weefsel: “Durf alsjeblieft opnieuw iconen bouwen die betekenis hebben, een verhaal vertellen en tijdloos zijn.” Claessens benadrukt daarbij dat zulke projecten alleen tot stand komen als ontwerpers, opdrachtgevers en investeerders hun maatschappelijke rol ernstig nemen.

Diezelfde oproep tot verantwoordelijkheid klinkt in haar pleidooi voor structurele samenwerking tussen alle actoren in stadsontwikkeling. “Het is onze taak om de stedelijke kwaliteiten in stand te houden, het erfgoed te integreren en mee te werken aan een robuuste stad, gebaseerd op de socioculturele identiteit,” schrijft ze. Stadsontwikkeling is voor Claessens dan ook geen louter technische of economische opdracht, maar een culturele en maatschappelijke verbintenis.

Klimaat als ruimtelijke opgave

Met dat cultuurbewust en langetermijngericht denken oogstte Genk in 2024 de Wisselboom, als eerste laureaat van de Vlaamse Green Deal Klimaatbestendige Omgeving. De stad werd geprezen voor haar robuuste onthardings- en vergroeningsbeleid. Een van de in het oog springende realisaties is de transformatie van de volledig verharde Grote Markt tot een stadsbos in het centrum. “In het begin kregen we heel wat tegenkanting, maar door sterk te investeren in participatie zijn we gekomen tot een succesvol project waar iedereen zeer trots op is,” aldus Claessens.

Ook de Stiemervallei – een groenblauw stadsontwikkelingsprogramma – en het living lab ‘Waterrijk Waterschei’ illustreren hoe klimaatadaptatie en ruimtelijke kwaliteit hand in hand kunnen gaan. Genk hanteert intussen een stadsbreed onthardingsbeleid, met richtlijnen voor private domeinen en vergroening van bedrijventerreinen. Claessens: “We vinden het heel belangrijk om te vertrekken vanuit een strategische visie. We gaan daarbij steeds tal van partnerschappen aan en proberen alle stakeholders en financieringen op één lijn te krijgen.” Die samenhangende aanpak, waarin visie, ontwerp en samenwerking centraal staan, biedt in elk geval een stevig vertrekpunt – hopelijk ook voor de koers die Veronique Claessens als Bouwmeester zal uitzetten op Vlaams niveau.

  • Deel dit artikel

Onze partners