Circulaire scholenbouw in de praktijk: van gids tot voorbeeldprojecten
Bij de bouw en renovatie van schoolgebouwen blijft circulair denken vaak een voetnoot. De meeste scholen focussen op timing en budget, niet op hergebruik of aanpasbaarheid. Dat is zonde: scholen worden intensiever gebruikt dan de meeste andere gebouwen, en de voordelen van een circulaire aanpak liggen voor het grijpen. Circulair bouwen betekent niet enkel milieuwinst, maar ook meer flexibiliteit, minder onderhoud en een gebouw dat meegaat met veranderende onderwijsvisies.
Een circulair schoolgebouw behoudt langer zijn waarde. Dankzij een slimme structuur en modulaire inrichting kunnen lokalen eenvoudig worden heringericht of samengevoegd, bijvoorbeeld om grotere groepen te ontvangen of gemeenschappelijke activiteiten te organiseren. Bovendien kunnen scholen hun ruimtes buiten de schooluren delen met verenigingen of sportclubs. Zo ontstaat een duurzaam gebruik van infrastructuur én een nauwere band met de buurt.
Duurzaam bouwen loont voor mens en gemeenschap
De educatieve waarde van circulaire scholenbouw is minstens even belangrijk. Leerlingen leren er dagelijks wat duurzaamheid concreet betekent. Een school die gebouwd is met hergebruikte materialen of biogebaseerde grondstoffen toont dat milieubewust bouwen niet saai of duur hoeft te zijn. Ook lokale besturen plukken er de vruchten van: circulaire scholen dragen bij aan klimaatdoelen en versterken de leefbaarheid in de buurt. Door slim te ontwerpen kunnen scholen ook tekorten aan sportinfrastructuur of publieke voorzieningen helpen oplossen.
Daarnaast speelt emotionele waarde een rol. Veel inwoners voelen een sterke band met hun oude schoolgebouw. Het behouden of hergebruiken van herkenbare elementen — een poort, een trap of zelfs een gevelsteen — geeft continuïteit en respecteert het collectieve geheugen van de gemeenschap. Nieuwbouw hoeft dus niet per se tabula rasa te betekenen, maar kan voortbouwen op wat er al is.
De gids circulaire scholenbouw wijst de weg
Wie met circulaire ambities aan de slag wil, vindt houvast in de Gids voor een circulaire scholenbouw. Deze handleiding is speciaal opgesteld voor schoolbesturen, lokale overheden en ontwerpers. Ze helpt hen om samen het juiste ambitieniveau te bepalen en de vertaalslag te maken van visie naar realiteit. De gids bevat talloze illustraties en inspirerende voorbeelden uit Vlaanderen en Nederland.
Wie liever eerst een introductie krijgt, kan de Engelstalige webinar van Sofie Borré (cuypers & Q) bekijken, gemaakt in het kader van het Interreg-project KARMA. Daarin wordt toegelicht waarom schoolgebouwen specifieke uitdagingen en kansen bieden voor circulair bouwen. Een Nederlandstalige presentatie en korte video vatten de essentie kernachtig samen.
Transformatie in plaats van sloop
In Nederland bewijst Stichting Mevrouw Meijer dat nieuwbouw lang niet altijd de beste oplossing is. De organisatie zet zich in voor het behoud en de vernieuwing van bestaande schoolgebouwen. Ze toont aan dat verouderde scholen vaak perfect kunnen worden getransformeerd tot moderne, energiezuinige en inspirerende leeromgevingen. Daarbij worden architecten, leerlingen en buurtbewoners nauw betrokken, zodat elk project stevig verankerd blijft in zijn omgeving.
Een mooi voorbeeld is de renovatie van de Vakschool Nimeto in Utrecht. Daar kreeg een afgeleefd gebouw een tweede leven als frisse, toekomstgerichte leerplek. De aanpak van Mevrouw Meijer is tegelijk economisch, sociaal en ecologisch duurzaam — en biedt een inspirerend alternatief voor het standaard nieuwbouwmodel dat nog te vaak de norm is.
Vlaamse voorbeelden tonen de weg
Ook in Vlaanderen groeit de interesse. Zo bewijst het Vliegertje in Deurne van BULK architecten dat een school veel meer kan zijn dan een leerplek alleen. De brede gangen doen dienst als speelzones en ontmoetingsruimtes, terwijl sportzaal, refter en slaapzaal buiten de schooluren worden gebruikt door externe organisaties. Dankzij slimme toegangscontrole is het gebouw veilig én open, een school als gedeelde infrastructuur.
Een ander inspirerend voorbeeld is de Heilig Hartschool in Izegem, die door architect Lieven Dejaeghere werd omgevormd tot 22 sociale huurwoningen. De buitenmuren bleven behouden, materialen werden gerecupereerd en regenwater wordt hergebruikt op de binnenplaats. De erfgoedwaarde bleef zichtbaar, de CO₂-impact daalde sterk — een krachtig bewijs dat herbestemming zowel duurzaam als sociaal kan zijn.
Nieuwe denkmodellen voor onderwijsomgevingen
Ook producenten en ontwerpers spelen in op circulair denken. Zo biedt Dox Interieur Concepten schoolmeubilair aan als dienst. Tafels, stoelen en kasten kunnen worden geruild of herwerkt naarmate de noden veranderen. In het project CircuLeren werkt Dox samen met maatwerkbedrijf Arop en het Stedelijk Onderwijs Antwerpen om meubels te herstellen en herwaarderen. Zo wordt circulariteit een leerproces op zich: leerlingen en leerkrachten bouwen samen aan een duurzame schoolcultuur.
In Beringen kreeg de oude mijnsite een tweede leven als basisschool met opvang en kinderkribbe. Dankzij de stevige skeletstructuur kon a2o architecten het bestaande gebouw eenvoudig herbestemmen. Binnen werden boxen toegevoegd om grote ruimtes te herverdelen, en technieken werden in opbouw uitgevoerd, zodat ze gemakkelijk kunnen worden aangepast. Zo blijft het gebouw flexibel en onderhoudsvriendelijk — precies wat circulair bouwen beoogt.
Erfgoed als hefboom voor de toekomst
In Genk werd de voormalige Sint-Albertusschool omgevormd tot een modern schoolgebouw en buurtcentrum. Hier stonden hergebruik en flexibiliteit centraal. Meubilair uit een tijdelijk stadskantoor kreeg een tweede leven, en de architecten pasten de vijf basisprincipes van circulair bouwen toe: behoud, aanpasbaarheid, modulariteit, minimale afwerking en onderhoudsgemak. Het resultaat is een project dat ecologische en sociale meerwaarde combineert en de buurt nieuw leven inblaast.
PTS Mechelen bewijst dan weer hoe een doordacht skeletontwerp toekomstige aanpassingen mogelijk maakt. De nieuwbouw door HASA architecten, ‘de Groentjesblok’, kreeg losgekoppelde lagen en verplaatsbare wanden. Zo blijft de indeling veranderbaar en de milieubelasting beperkt. Dankzij berekeningen met C-CALC en TOTEM werd de milieu-impact nauwkeurig opgevolgd — een toonbeeld van hoe ontwerp, data en duurzaamheid hand in hand gaan.
Bouwen met toekomst in het achterhoofd
Tot slot toont de Vrije Basisschool De Bron in Wellen door CLVR architecten dat circulair bouwen ook economisch slim kan zijn. Dankzij een modulair daksysteem kan later eenvoudig een extra verdieping worden toegevoegd, mocht het leerlingenaantal stijgen. Zelfs de isolatie kreeg een tweede leven: gebruikte PUR-platen werden getest en hergebruikt, met uitstekende resultaten. Zo ontstaat een school die klaar is voor de toekomst — duurzaam, betaalbaar en aanpasbaar.
Conclusie: circulaire scholenbouw is meer dan een trend. Het is een denkwijze die onderwijs, duurzaamheid en gemeenschap met elkaar verbindt. Van slimme renovaties tot flexibele nieuwbouw: de voorbeelden uit Vlaanderen en Nederland tonen dat het perfect kan. Wat vandaag visionair lijkt, wordt morgen de vanzelfsprekende standaard.