In de Nederlandse leer- en schoenenstad Waalwijk ontwierp Civic Architects het Schoenenkwartier, een nieuw museum en innovatief kenniscentrum voor schoenenontwerp, -productie en -mode. Het museum huist in een rijksmonumentaal gebouwenensemble uit de jaren 30 van architect Alexander Kropholler. Dit gebouw werd deels gerenoveerd, getransformeerd en uitgebreid. In het complex is er plaats voor een collectie van 12.000 objecten, enkele vaste tentoonstellingen, een kenniscentrum met onderzoeksbibliotheek, workshopruimte, auditorium, museumcafé en laboratoria voor ontwerp en prototyping. Jansen AG leverde de gevelmaterialen.
Het museum Schoenenkwartier bevindt zich in het hart van het historisch stadscentrum van Waalwijk aan het Raadhuisplein. In de vorige eeuw was hier het raadhuis en gemeentehuis gevestigd. Door de realisatie van het museum krijgt de binnenstad een nieuwe impuls. En ook de ontwerpkeuzes zorgt voor een toevoeging.
Het werkcafé met open werklabs en de oude kiosk zijn in één oogopslag zichtbaar en toegankelijk vanaf het plein, ook voor mensen die de tentoonstellingen niet bezoeken. Daarnaast creëerde de architect een open en uitnodigend entreegebied. Centraal door het gebouw verbindt een centrale stenen loper met een visgraatpatroon de verschillende functies met elkaar.
Vertrouwde materialen
Het architectenbureau ontwierp een museum waar iedere bezoeker zijn of haar eigen weg en tempo kan bepalen. De grote ronde openingen van circa vijf meter, uitgezaagd uit de gestripte oude gevel van de kantoorvleugel uit de jaren 80, zorgt ervoor dat de bezoeker een glimp kan opvangen van de tentoonstellingen. Daarnaast zorgen de geplaatste trappen en router ervoor dat bezoekers shortcuts kunnen maken en naar eigen wens enkel de highlights dan wel de volledige route kunnen doorlopen.
In het gebouwencomplex zetten de vertrouwde materialen zoals baksteen, staal, beton en hout de toon. Ze versterken de sfeer van de collectie en van het historische gebouw. Samen vormen ze één gesammtkunstwerk. Tegelijkertijd zorgt deze look ervoor dat niet-wekelijkse bezoekers zich toch vertrouwd en welkom voelen op deze plek.
Subtiele subversieve details
In de jaren 30 realiseerde Alexander Kropholler één van zijn belangrijkste werken, het raadhuisensemble. Dit werd in de jaren 80 uitgebreid. Civic Architects besloot om de gebouwen aan te passen, te renoveren en uit te breiden met de nieuwe tuinzaal met een duidelijke kopgevel naar het plein.
Door gebruik te maken van de grootformaat bakstenen en het diagonaal verspringende grofgevoegde metselverband, bouwen ze voort op de bestaande vormen en details. Daarnaast paste de architect subtiele subversieve ontwerpdetails toe om de dwingende en starre architectuuropvattingen van Alexander Kropholler te nuanceren, zoals de rondgemetselde openingen en het verspringende constructieritme. Dit zorgt ervoor dat de toevoegingen geen modieus of tegendraads icoon zijn, maar een fris nieuw hoofdstuk in het historische verhaal van het gebouw.
Experimentele ruimte
Naast een museum biedt het Schoenenkwartier ook ruimte aan ontwerpers om te experimenteren met nieuwe circulaire technieken en ambachten. Het gebouw en het interieur zorgen voor het goede voorbeeld door het behouden en rigoureus openzagen van de bedompte kantoorvleugel.
Daarnaast plaatste Civic Architects centraal in het entreegebied een multifunctionele balie, uitgevoerd uit gestampte kalkhennep, met daarboven een plafond van kunstvilt gemaakt uit gerecycleerde PET-flessen. De entree bestaat uit een keramische tegelwand die ontwikkeld werd door het bureau La-Di-Da.