COLUMN. Boerentorenprotest 2.0? (Tim Janssens)
Waar eindigt stedenbouw en begint spektakelarchitectuur? Het is een prangende vraag die telkens opnieuw opduikt wanneer ergens in ons dichtbebouwde Vlaanderenlandje een spectaculair gebouw verrijst of wordt aangekondigd. En die dus ook weer nadrukkelijk de kop opstak toen havenmiljardair Fernand Huts onlangs het herwerkte ontwerp voor de renovatie van de Antwerpse Boerentoren bekendmaakte.
Nadat het oorspronkelijke concept drie jaar geleden op breed protest stootte wegens te bombastisch/futuristisch/vooruitstrevend/schreeuwerig/lelijk (schrappen wat niet past) trok ‘starchitect’ Daniel Libeskind opnieuw naar de tekentafel. Of dit met hangende pootjes of borst vooruit was, is niet geweten, maar de snijdende kritiek is duidelijk niet in dovemansoren gevallen. Waar het eerste ontwerp over het algemeen werd getypeerd als te dominant, eigengereid en weinig afgestemd op het beschermde karakter van het art-decopand, oogt de herwerkte versie een stuk ‘respectvoller’.
De Antwerpse Boerentoren staat al jaren symbool voor een breder debat over erfgoed, vernieuwing en stedelijke ambitie. De Sinjoren zijn erg gehecht aan hun monumentale icoon, dat met zijn hoogte van 95,75 meter al bijna een eeuw lang het stadsbeeld definieert. Toen de Boerentoren in 1931 werd opgeleverd, stond hij bovendien te boek als allereerste wolkenkrabber én hoogste torengebouw van Europa. In die zin zette hij Antwerpen weer op de internationale kaart.
Het is iets wat Fernand Huts nu opnieuw beoogt met zijn ambitieuze renovatieproject. Het initiële ontwerp – met tweede toren, uitkragende kroon in de vorm van een glazen spits en transparante liftkoker die over de gevel liep – was zelfs naar Antwerpse maatstaven iets te grotesk en megalomaan, maar de herwerkte versie verschilt duidelijk van vorm en toon. De oorspronkelijke art-deco-elementen blijven onaangeroerd, de staalstructuur blijft behouden en ook aan de gevel wordt in principe niet geraakt.
Het meest in het oog springende onderdeel van het nieuwe ontwerp is een kubusvormige glazen kroon. Deze is vier verdiepingen hoog – waardoor de Boerentoren 2.0 zal afklokken op 103 meter – en wordt door Libeskind omschreven als een plek “van waaruit bezoekers de geschiedenis en toekomst van Antwerpen kunnen zien”. Dit is tekenend voor de manier waarop het project wordt gepresenteerd: niet als een architecturale revolutie, maar als een stap in de voortschrijdende stedelijke transformatie. Een tweede blikvanger is een beeldentuin op de twaalfde verdieping van een bijgebouw aan de Eiermarkt, inclusief glazen driehoek die een restaurant zal herbergen. Volgens de initiatiefnemers zal dit volume bijdragen aan de levendigheid van het complex, zonder de schaal van de toren zelf te verstoren.
Zijn er opnieuw vragen te stellen bij het ontwerp? Uiteraard. Zo zou de glazen kroon – hoewel al veel bescheidener van aard – alsnog een stijlbreuk kunnen vormen. Bovendien voorzien de plannen ook in een reeks liften aan de buitenzijde van het gebouw, die zouden worden ondergebracht in subtiele glazen kokers om de bestaande gevels niet te ontsieren. Klinkt goed, maar het wordt toch (bang) afwachten of dat in de praktijk ook het geval zal zijn.
Dus is er opnieuw kritiek? Uiteraard. Een kleine bloemlezing van enkele publieksreacties: “Alweer een afschuwelijke culturele wanprestatie van een architect en opdrachtgever die heden en verleden niet weten te versmelten op een toekomstbestendige manier“; “Een aanslag op het historische uitzicht van Antwerpen”; “Ook dit nieuwe voorstel heeft geen enkele toegevoegde waarde en is daardoor evenzeer waardeloos” …
Toch klinken er – anders dan vorige keer – ook positieve geluiden. Zie bijvoorbeeld: “Ik vind het ontwerp geslaagd en bejubel vooral het feit dat de toren eindelijk weer nuttig gebruikt zal worden”. Of: “Onze heerlijke stad verdient deze belevingstoren”. En allicht nog de meest symbolische reactie in dit verband: “Mijn eerste idee was: wat een misbaksel. Maar na de foto's beter te hebben bekeken, ben ik van gedacht veranderd. Het is modern, maar anderzijds is er toch respect voor de vorm van het gebouw.”
Tweede keer, goede keer? Het is wachten op het verdict over de omgevingsvergunning, maar de kaarten lijken alvast gunstiger te liggen dan in 2022, ook al omdat zowel de stadsbouwmeester en Erfgoed Vlaanderen als verschillende stedelijke diensten betrokken waren bij de ontwikkeling van het vernieuwde ontwerp. Bovendien mogen we niet vergeten dat veel van de geuite kritiek verband houdt met de polariserende figuur van Fernand Huts, die zijn wilde plannen andermaal met veel bombarie kenbaar maakte. De verbouwing van de nabijgelegen Antwerp Tower deed bijvoorbeeld minder stof opwaaien, net als de nakende realisatie van de 81 meter hoge Twist Tower.
Kortom: stadsbeelden en skylines zijn veranderlijke gegevens die de gemoederen altijd zullen blijven beroeren. Het vernieuwde ontwerp van de Boerentoren is dan ook niet het einde van het verhaal, maar eerder een nieuw hoofdstuk in het bredere maatschappelijke debat over architecturaal erfgoed, ambitie en participatie ...
Tim Janssens is redacteur bij Palindroom en fungeert in die hoedanigheid onder meer als eindredacteur van Bouwen aan Vlaanderen. Deze column is een kopie van zijn voorwoord uit de meest recente editie van dit magazine.