INTERVIEW. Luc Roegiers (ROOILIJN): “We moeten leren genoegen nemen met genoeg”
Luc Roegiers is architect en medeoprichter van ROOILIJN architectuur, een bureau dat bekendstaat om zijn duurzame, contextuele en maatschappelijke benadering. Met een achtergrond in bio-ecologisch bouwen en een uitgesproken aandacht voor hergebruik zoekt Roegiers voortdurend naar manieren om de milieu-impact van architectuur te verkleinen. “Niet elke architect denkt over elke vierkante meter na,” zegt hij. “Zelfs wij moeten ons daar telkens opnieuw bewust van blijven. Maar bij ons zit er wel een reflex van zuinigheid en duurzaamheid ingebakken.”
Dat besef vormt meteen de kern van de studiedag Impact vanaf ontwerp: elke vierkante meter telt, waar Luc Roegiers op 18 november de namiddag van Kamp C zal inleiden. De dag, een samenwerking tussen Pixii en Kamp C, legt de nadruk op sufficiëntie — het streven naar genoeg in plaats van meer. “Wij beginnen elk project met de vraag: hoe beperkt kunnen we het houden? Niet vanuit armoede, maar vanuit ambitie. Hoe minder verspilling, hoe meer ruimte voor kwaliteit.”
Sufficiëntie als ontwerpreflex
Voor ROOILIJN is ‘minder’ nooit een beperking, maar net een voorwaarde voor doordacht ontwerp. “Wij stellen eerst ons ambitieniveau vast — en kneden dan het programma zó dat we dat niveau ook echt kunnen halen,” legt Roegiers uit. “Grote ontwerpen waar je later voortdurend moet besparen, dat is zonde. Je hebt dan veel oppervlakte, maar weinig kwaliteit.”
Het begrip sufficiëntie duikt de laatste tijd vaker op in architectuurkringen. Voor Roegiers is het meer dan een modewoord. “Het is een strijd tegen onze menselijke reflex om altijd meer te willen,” zegt hij. “Sufficiëntie gaat over het besef dat we eigenlijk heel weinig nodig hebben. Soms moet je gewoon accepteren dat iets lelijk is, zoals een oude vloer, en de aandacht verleggen in plaats van vervangen. Dat is óók duurzaamheid.”
Leren van het bestaande
Een concreet voorbeeld van die denkwijze is VONK, de renovatie van het infocentrum van Kamp C. Het project wordt een demonstratiegebouw voor biogebaseerd en circulair bouwen, gerealiseerd binnen een bouwteam met aannemer Beneens en partners als abt be en Blieberg. “We experimenteren met de erfenis van dertig jaar geleden,” vertelt Roegiers. “Het gebouw was vooruitstrevend in zijn tijd, met natuurlijke ventilatie en low-tech oplossingen. Nu onderzoeken we wat daarvan nog werkt en wat beter kan. We gooien niets zomaar weg — we upgraden het stap voor stap.”
De uitdaging bij VONK is volgens Roegiers tegelijk technisch en filosofisch. “Je bent eigenlijk bezig met het herijken van de ambities van vorige generaties,” zegt hij. “Het makkelijkste zou zijn alles eruit te slopen en opnieuw te beginnen. Maar dat zou de essentie van Kamp C tegenspreken. We behouden dus wat we kunnen, ook als het niet perfect werkt. Zo blijft het een levend experiment.”
De maatschappelijke dimensie van ruimte
Toch blijft Roegiers kritisch. “Het gebouw in Westerlo is eigenlijk te groot. Mocht het in Antwerpen staan, dan zou ik zeggen: maak van die bovenverdieping een opvanghuis of een school. Maar daar is die nood er niet. Dat zegt veel over onze ruimtelijke spreiding. We bouwen te veel en te verspreid, en daardoor verliezen we maatschappelijke waarde.”
Het sluit aan bij de centrale vraag van de studiedag: hoe kunnen we met minder ruimte meer betekenis creëren? Roegiers: “We moeten ophouden te denken in termen van individuele kavels en beginnen redeneren vanuit collectieve logica. Hoe dichter we bij elkaar wonen, hoe meer uitwisseling en dynamiek mogelijk wordt. Ruimte is niet alleen fysiek — ze is sociaal.”
Boekenberg: erfgoed met toekomstwaarde
Het Kasteel Boekenberg in Deurne, dat ROOILIJN samen met POLYGOON Architectuur en steenmeijer architecten herbestemde tot cohousingproject De Living, illustreert hoe de visie van Luc Roegiers zich vertaalt in de praktijk. Het project geeft het 18de-eeuwse rococokasteel een nieuw maatschappelijk leven als cohousingproject voor vijftigplussers, met negen compacte wooneenheden en royale gemeenschappelijke ruimtes zoals een leefkeuken, gastenkamers en een grote living die ook openstaat voor buurtactiviteiten. “We hebben bewust gekozen voor minder individuele units, zodat er meer ruimte overblijft voor samenleven,” zegt Roegiers. “Het gaat niet alleen om wonen, maar om een manier van leven die solidariteit en verbondenheid bevordert.”
Die visie op samenleven ging hand in hand met een zorgvuldige restauratie van het erfgoed. Na de brand van 2022 reconstrueerde het ontwerpteam het kasteel minutieus, met duurzame materialen en een vernieuwende binnenisolatie in kalkhennep – een primeur binnen de restauratiesector. “We hebben letterlijk elk deel van het gebouw heroverwogen,” vertelt Roegiers. “Omdat het beschermd erfgoed is, konden we niet buiten isoleren. Samen met Gevelinzicht hebben we een oplossing ontwikkeld die technisch klopt én het historische karakter respecteert. Dat maakt het project tegelijk innovatief en respectvol.”
Architectuur als oefening in minder doen
Voor Roegiers is impact vanaf ontwerp geen slogan, maar een mentale houding. “Als je bouwt, heb je altijd impact — op de aarde, op de stad, op mensen. De vraag is hoe bewust je ermee omgaat,” zegt hij. “Wij proberen elke beslissing te zien als een kans om iets niet te doen.” Die houding vraagt geduld en vasthoudendheid: “Duurzaamheid is vaak traag, maar traagheid is soms de prijs van zorgvuldigheid.”
Op de studiedag zal Roegiers die gedachte uitdiepen. “Ik wil tonen dat sufficiëntie niet betekent dat je inboet aan kwaliteit,” besluit hij. “Integendeel: door te kiezen voor genoeg, krijg je vaak meer terug — meer rust, meer samenhang, meer betekenis. Architectuur vraagt ook de moed om minder te doen. En dat is misschien wel de moeilijkste, maar ook de mooiste vorm van impact.”
Ontdek op 18 november hoe sufficiënt ontwerp echt impact maakt en registreer je nu voor de studiedag ‘Impact vanaf ontwerp: elke vierkante meter telt’ in het Provinciehuis Antwerpen via de website van Kamp C.