Studio Lauka, agmen en Lokus Landscape vervolledigen Brusselse tuinwijk La Cité Moderne met sporthal en buurtcentrum

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image

La Cité Moderne van Victor Bourgeois blijft een mijlpaal in de Belgische architectuurgeschiedenis. Als een van de weinige modernistische tuinwijken in Brussel is ze erkend als uitzonderlijk erfgoed, inclusief de zorgvuldig ontworpen buitenruimte die de woningen met elkaar verbindt. Toch bleef het project onvoltooid: de publieke voorzieningen die het geheel moesten afronden, werden nooit gebouwd. Het nieuwe Duurzame Wijkcontract “Cité Moderne” brengt daar nu verandering in. Binnenkort verrijzen er een buurthuis, een sporthal en een centrum voor sociale integratie, ontworpen door Studio Lauka, agmen en Lokus Landscape, in samenwerking met JZH & Partners en Bureau De Fonseca. De gebouwen worden verbonden door een groene esplanade die naadloos overgaat in het aangrenzende landschap.

Het projectterrein bevindt zich op een scharnierpunt tussen de stedelijke structuur van de Cité Moderne en het open landschap van de Zavelenberg. De ontwerpers benutten dat uitzonderlijke uitgangspunt maximaal. Wie vanop het Initiatiefplein vertrekt, daalt geleidelijk af langs een reeks paden en terrassen die de natuurlijke glooiing van het terrein volgen. De twee nieuwe gebouwen verankeren zich zorgvuldig in die topografie en laten het hoogteverschil leesbaar in de architectuur terugkeren.

Twee volumes als nieuwe hart van de wijk

Samen vormen ze een nieuw front naar het plein én een open gebaar naar het landschap, waarmee ze de tuinwijk letterlijk vervolledigen. Hun positionering maakt de overgang tussen stad en natuur tastbaar en schept een nieuw perspectief op de modernistische structuur van Victor Bourgeois. Tussen beide gebouwen ontstaat een heldere publieke ruimte die verschillende sferen oproept: het stedelijke plein, de beschutte esplanade en de landschappelijke tuin.

De voorzieningen zijn ondergebracht in twee complementaire volumes met een compacte footprint. Het grootste, aan de westzijde, huisvest de sporthal; het kleinere, aan de oostzijde, het Huis van de Initiatieven en Solidariteit met buurthuis, sociale onderneming en kantoren. Daartussen ligt de centrale esplanade, een open ontmoetingsplek overdekt door een lichte luifel die beide gebouwen verbindt en markeert. De twee volumes tonen zich als verwante familieleden: elk met een eigen karakter, maar herkenbaar door hun materialiteit, ritme en zachte inpassing in het terrein. Samen vormen ze een nieuw sociaal centrum dat de wijk eindelijk de gemeenschapsfuncties geeft die Bourgeois ooit voor ogen had.

Sporthal met zicht op het landschap

De sporthal combineert functionaliteit met generositeit. Door de zalen te stapelen – met de dans- en vechtzaal half verzonken in het reliëf en de sportzaal erboven – ontstaat een compact volume dat tegelijk open aanvoelt. De inkom ligt op een tussenniveau, zodat bezoekers meteen zicht krijgen op de sportactiviteiten. Binnen volgt de circulatie de natuurlijke helling van het terrein, wat het gevoel versterkt dat binnen en buiten in elkaar overvloeien. De woning van de conciërge bevindt zich discreet in de plint, met zicht op de gemeenschappelijke tuin.

De constructie is rationeel en robuust, opgebouwd uit geprefabriceerde betonelementen die een snelle uitvoering en een lange levensduur garanderen. Dankzij de toepassing van TT-vloeren zijn grote overspanningen mogelijk zonder kolommen, wat de ruimtelijkheid ten goede komt. Grote raamopeningen brengen daglicht tot diep in het gebouw. De sporthal oogt tegelijk nuchter en genereus, en sluit qua schaal perfect aan bij de modernistische maatvoering van de Cité Moderne.

Een huis voor de buurt

Het Huis van de Initiatieven en Solidariteit is ontworpen als een warm en uitnodigend geheel op schaal van de wijk. Rond een centrale inkomhal liggen de polyvalente zaal, de werkplaats en de bureaus voor verenigingen gegroepeerd. De ruimtes kunnen onafhankelijk functioneren, maar blijven onderling verbonden via een open zichtas die uitkijkt op de esplanade en het groen. Transparantie en lichtheid staan centraal: grote ramen brengen de omgeving naar binnen en laten het gebouw deel uitmaken van de publieke ruimte.

Op de verdieping bevindt zich een flexibele zone die door verschillende gebruikers kan worden ingezet voor vergaderingen, opleidingen of ateliers. De intensieve daktuin vormt een extra ontmoetingsplek en vergroot de biodiversiteit. Door de eenvoudige planstructuur en robuuste materialen kan het gebouw meegroeien met de veranderende sociale dynamiek. Het buurthuis ademt nabijheid zonder te vervallen in kleinschaligheid: het is letterlijk een huis voor de buurt.

Architectuur met eenvoud en karakter

De ontwerpers omschrijven hun aanpak als een architecturale vertaling van de Italiaanse cucina povera: met eenvoudige middelen rijkdom creëren. Ze werken met industriële materialen, wit geschilderd en gecombineerd met levendige kleuraccenten op luifel en trappen. Hout en staal brengen warmte in het interieur, terwijl de tactiele afwerking zorgt voor een huiselijke sfeer. De twee gebouwen vormen samen een hedendaagse echo van Bourgeois’ modernistische helderheid: rationeel, open en sociaal. Hun vormgeving is eenvoudig, maar rijk aan nuance en detail — een architectuur van bescheidenheid én generositeit.

De buitenruimte speelt een even grote rol als de gebouwen zelf. Lokus Landscape ontwierp een gelaagd, ecologisch en collectief landschap. Langs het pad naar de Zavelenberg staan fruitbomen en plukhagen, wadi’s bufferen regenwater en zit- en speelelementen nodigen uit tot gebruik. De collectieve tuin vormt het hart van het project, met inheemse beplanting die biodiversiteit en natuurlijke groei stimuleert. De nabijgelegen boerderij van de Zavelenberg sluit vanzelf aan bij dit groene netwerk.

Duurzaamheid als fundament

Duurzaamheid is geen technische toevoeging maar het uitgangspunt van het ontwerp. Compacte volumes, eenvoudige bouwmethodes en onderhoudsvriendelijke materialen beperken de milieu-impact. De gebouwen zijn demonteerbaar en aanpasbaar, met flexibele plattegronden en logische circulaties. Groene daken, waterdoorlatende bestrating en regenwaterrecuperatie zorgen voor een circulaire omgang met grondstoffen. Warmtepompen, zonnepanelen en efficiënte ventilatie met warmteterugwinning beperken het energieverbruik. De ontwerpers spreken van “duurzaamheid zonder spektakel”: een sobere architectuur die ecologie koppelt aan comfort en kwaliteit.

De centrale overkapping markeert de toegang tot de gebouwen en vormt tegelijk het symbolische hart van het geheel. Ze biedt beschutting bij regen, schaduw in de zomer en ruimte voor markten, kleine optredens of toevallige ontmoetingen. In haar eenvoud belichaamt ze de ambitie van het project: open, genereus en verbindend. Zo ontstaat een levendige plek die bewoners, sporters en bezoekers samenbrengt. Met deze nieuwe voorzieningen krijgt de Cité Moderne eindelijk de publieke dimensie die haar ooit ontbrak — en wordt Bourgeois’ modernistische droom van een complete, gemeenschappelijke wijk een eeuw later alsnog werkelijkheid.

Bron bma.brussels

  • Deel dit artikel

Onze partners