Léon: een brutalistisch icoon herboren in het hart van Gent (aNNo architecten)

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image

Recent werd in Gent de officiële oplevering gevierd van een ingrijpende en zorgvuldig uitgevoerde transformatie: het modernistische warenhuis van Léon Stynen en Paul De Meyer in de Veldstraat, jarenlang gekend als het C&A-gebouw en later als Fnac, werd herbestemd tot een hedendaags complex met kantoor- en retailfuncties. Het Gentse aNNo architecten hertekende het brutalisme-monument met een scherp oog voor erfgoed, licht en toekomstwaarde, in nauwe samenwerking met ontwikkelaar Qrf, aannemer Verstraete.team, ingenieursbureau HP Engineers en een doorgedreven bouwteam.

Het oorspronkelijke gebouw dateert uit 1965 en maakt deel uit van een reeks warenhuizen die Léon Stynen ontwierp voor modeketen C&A in onder meer Antwerpen, Brussel en Hasselt. Zijn stijl is herkenbaar in de robuuste gevel, het repetitieve grid van betonnen panelen en de expressieve betonnen trap — een vormentaal die met overtuiging aansluit bij de brutalisme-traditie en tegelijk een knipoog vormt naar Le Corbusier, Stynens grote voorbeeld. Het gebouw had nood aan renovatie, maar sloop was uitgesloten. In plaats daarvan kreeg het een tweede leven waarin behoud en vernieuwing elkaar subtiel versterken.

Hybride optopping

De renovatie voorziet in twee nieuwe verdiepingen die het bestaande volume aanvullen. Deze optopping is opgetrokken in een hybride structuur met stalen kolommen, gelamineerde houten liggers en een staalbetonvloer, afgestemd op het draagvermogen van het originele gebouw. De houten liggers zijn qua dimensie en patroon afgestemd op de zwarte betonnen liggers van de bestaande structuur, terwijl het gevelbeeld van de nieuwe verdiepingen zorgvuldig werd afgestemd op dat van het bestaande gebouw. In de isolatielaag van de sierpleister werden voegen gefreesd die het ritme van de onderliggende betonpanelen imiteren, waardoor een visuele continuïteit ontstaat tussen oud en nieuw.

De betonnen gevel — opgebouwd uit panelen van één op één meter, destijds verankerd met ijzerdraad in het metselwerk — werd grondig gereinigd met stoom, waar nodig verankerd met inox staven en aangevuld met gerecupereerde panelen afkomstig van de gesloopte technische dakverdieping. Aangetaste delen door betonrot werden hersteld en het geheel werd opnieuw gecoat met een beschermende laag. Ook de zichtbare draagstructuur kreeg een renovatiebeurt: beschadigingen werden gerepareerd met eenzelfde plankenbekisting als het origineel en het geheel werd afgewerkt met een stoffixatieproduct, zodat de structuur zichtbaar blijft maar minder stoffig is in gebruik.

Helder en gelaagd

Binnenin het gebouw werd resoluut ingezet op daglicht en ruimtelijkheid. Grote openingen in de bestaande staalbetonvloeren creëren patio’s die het zonlicht tot diep in de kantoorverdiepingen brengen. Tegelijk werden er schachten gemaakt voor een monumentale hoofdtrap, een nieuwe noodtrap en liftsystemen. Een glazen binnenschil achter de originele gevel zorgt voor thermische verbetering zonder afbreuk te doen aan het architecturaal karakter van het gebouw. Lichtkokers en strategisch geplaatste ramen maken dat het brutalisme niet langer synoniem staat voor donkerte, maar voor gelaagdheid en helderheid.

De keuze om al in 2023 de winkelruimte op het gelijkvloers in gebruik te nemen — vandaag een flagship store van Nike — terwijl de bovenverdiepingen nog in volle ruwbouwfase zaten, vroeg om uitgekiende technische maatregelen. Er werd een bitumineus dampscherm geplaatst na het verwijderen van de oude dakbedekking, en alle openingen in de vloeren werden tijdelijk afgedekt met houten constructies afgewerkt met roofing. Zo kon het dak opengemaakt worden wanneer nodig, om materiaal in of uit het gebouw te hijsen met een torenkraan die werd opgesteld in de voormalige goederenlift.

Logistiek huzarenstukje

De logistieke uitdagingen waren niet min, gezien de ligging in het autoluwe stadscentrum. Materiaaltransport via de Leie bleek technisch onmogelijk wegens onvoldoende diepgang, maar een alternatief werd gevonden: een zware torenkraan met lange giek tilde materialen over het water vanaf de Ajuinlei. Voor de arbeiders — op piekmomenten tot tachtig tegelijk — werd een terrein in de buurt gehuurd als parkeeroplossing, aangezien Gent slechts een beperkt aantal werfparkeervakken toelaat. De stad werkte actief mee aan het zoeken naar oplossingen, wat mee het succes van de werforganisatie verklaart.

Het nieuwe Léon zet niet alleen in op architecturale waarde en erfgoed, maar ook op duurzaamheid en operationele performantie. Het gebouw is bijna-energieneutraal (E-peil 36), met een scala aan technieken die het energieverbruik drastisch beperken: klimaatplafonds op warmtepompen voor verwarming en koeling, een performant ventilatiesysteem met lage CO-waarden, hergebruik van regenwater, toiletspoeling met rivierwater uit de Leie, warmterecuperatie tussen de functies en zonne-energie via 200 panelen op het dak. Die keuzes vertalen zich in een uitzonderlijk lage operationele kost van slechts €10 per vierkante meter per jaar — de helft van wat gebruikelijk is bij nieuwbouwkantoren.

Langetermijnbeheer

De afwerking van de kantoorruimtes benadrukt comfort en kwaliteit. Warme houten accenten, hoogwaardige tegels, vloerverwarming in de sanitaire ruimtes en coherente signalisatie zorgen voor een huiselijke maar professionele sfeer. De kantoren zijn ontworpen met aandacht voor het binnenklimaat en bieden — vanaf de derde verdieping — zicht op de iconische torens van de Gentse skyline: de Sint-Niklaaskerk, het Belfort en de Sint-Baafskathedraal.

Een opmerkelijk aspect van het project is dat Qrf, de eigenaar-ontwikkelaar van het pand, zelf haar intrek neemt in het gebouw, net als HP Engineers, het ingenieursbureau dat instond voor de technische installaties. Hun fysieke aanwezigheid in het gebouw fungeert als een garantie voor langetermijnbeheer en technische alertheid. Het getuigt van vertrouwen in de toekomstwaarde van het project en een engagement dat verder reikt dan de oplevering.

Bron Qrf, aNNo architecten & Bouwkroniek

  • Deel dit artikel

Onze partners