KRAS architecten transformeert kliniekgebouw in Gentbrugge tot slimme hub voor zorginnovatie

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image

Onlangs opende in Gentbrugge een opvallend nieuw hoofdstuk in de herontwikkeling van de voormalige Sint-Jozefkliniek. Op de bovenste vijf verdiepingen van het ziekenhuisgebouw uit de jaren 70 realiseerde KRAS architecten een innovatieve kantoorhub voor technologiebedrijven actief in gezondheid, sport en zorg. WATT The Health, zoals het project heet, is allerminst klassieke kantoorruimte geworden, maar een plek die inzet op kruisbestuiving, welzijn en stedelijke vernieuwing. De herbestemming kwam tot stand in opdracht van ontwikkelaar Revive, die het gebruiksrecht verwierf via opstalrecht. AZ Maria Middelares blijft eigenaar van het gebouw en is als inhoudelijke partner sterk betrokken, onder meer via de uitbouw van het ecosysteem waarin zorg en technologie elkaar vinden. aAD (atelier Arne Deruyter) staat in voor het landschapsontwerp van de site, waarmee het project ook buiten het gebouw stevig verankerd wordt in zijn omgeving.

We krijgen een rondleiding van architect Bart Willemijns, die het project bij KRAS mee ontwierp. Via de traphal – de lift nemen in een gebouw dat gezondheid, interactie en beweging wil stimuleren, lijkt ongepast – loodst hij ons door de verschillende verdiepingen, waarin beton en technologie, ruwheid en zachtheid, verleden en toekomst met elkaar in dialoog gaan. Wat op het eerste gezicht een strikt functioneel volume lijkt, blijkt bij nader inzien een slimme en gelaagde herinterpretatie van wat een werkomgeving vandaag kán zijn — én hoe je een oud ziekenhuis opnieuw betekenis kan geven, voor de buurt én voor de stad.

Hotspot voor zorginnovatie

WATT The Health is de derde hub in de WATT-reeks van Revive, na WATT Factory en WATT The Firms. Hier ligt de focus op HealthTech, MedTech en SportTech. Bedrijven krijgen niet alleen kantoorruimte, maar ook toegang tot zorgpartners, onderzoekers en een netwerk van strategische spelers. Dankzij de gedeelde functies – vergaderzalen, eventruimtes, lunchzones – wordt samenwerking gestimuleerd. Een community manager organiseert yoga, sportmomenten, dakbarbecues en inspiratiesessies. “Het spreekt voor Revive dat ze hebben gekozen voor zeer veel collectieve ruimtes,” zegt Willemijns. “Dat maakt het planinhoudelijk véél interessanter.”

De herbestemming van het kliniekgebouw is de eerste fase van een grotere stadsvernieuwing op de Sint-Jozefsite, in een masterplan van Archipl architecten. De site zal een breed programma herbergen: een sportmedisch centrum, nieuwe woningen, een park van 6.500 m², en een meergezinswoning. In het hart van de site komt een publieke binnentuin, bereikbaar via een doorgang onder het gebouw naast de nieuw bistro Lubbi. “Die tuin wordt het nieuwe hart van de wijk,” zegt Willemijns. “Hij maakt de overgang van zorgcampus naar stadsbuurt – van instelling naar gemeenschap.”

Een herbestemming met karakter

Toen KRAS architecten aan de opdracht begon, was het gebouw al volledig gestript. “Dat gaf ons de vrijheid om niet alleen programmatorisch maar ook architecturaal een helder en gefocust verhaal te schrijven,” vertelt Bart Willemijns. Het oorspronkelijke ziekenhuisgebouw – met zijn centrale gangstructuur en repetitieve kamers – werd niet weggegomd, maar herwerkt tot een doordacht ensemble van flexibele werkplekken, vergaderruimtes, keukens en ontmoetingszones. Geen generiek landschapskantoor, maar een gelaagde ruimtelijke puzzel waarin elke plek een functie én een sfeer heeft.

De omgeving van de site bestaat voornamelijk uit rijwoningen met een kleine korrel, terwijl het kliniekgebouw met zijn uitgesproken horizontaliteit en repetitieve gevelbanden eerder dominant oogde. “We hebben geprobeerd die dissonantie te temperen door een verticale geleding te introduceren,” zegt Willemijns. De nieuwe gevel is opgevat als een hedendaagse interpretatie van het oorspronkelijke modulaire raster, waarin ranke raamstroken, aluminium vinnen en keramische tegels ritme brengen. “De pastelgroene tint van het schrijnwerk verwijst nog naar het medische verleden, maar verleent tegelijk een zekere lichtheid en tactiliteit aan het geheel.”

Intelligente gebouwschil met toekomstwaarde

Achter het vernieuwde gevelbeeld schuilt een doordachte constructieve en technische opbouw. Het betonskelet werd omhuld met een houtskeletstructuur met hoog-isolerende panelen. De gevelopbouw is geventileerd en demonteerbaar, met keramische tegels en aluminium vinnen die het ritme versterken. “Daarnaast maakt de gevelopbouw ook circulair hergebruik perfect mogelijk,” voegt Willemijns toe. Ventilatieroosters zijn onzichtbaar weggewerkt achter geperforeerde aluminium platen, en technieken blijven vlot toegankelijk. Alles is ontworpen vanuit robuustheid, eenvoud in onderhoud én toekomstwaarde.

De onderste twee bouwlagen van het gebouw werden eerder al verbouwd tot een medisch centrum, met een gevel in grijze crepi en matte beglazing. KRAS koos er bewust voor om zich in de bovenbouw daarvan te onderscheiden, zonder te breken. “We hebben gezocht naar een vorm van symbiose,” zegt Willemijns. “Door af te wijken in toon en ritmiek, maar familie te blijven qua kleur en maatvoering, ontstaat een nieuwe visuele balans.” De bovenbouw leest als een eigen volume bovenop de sokkel, maar gaat er tegelijk mee in gesprek. Zo ontstaat een gelaagd en leesbaar gebouw.

Slimme technieken, sober geïntegreerd

Ook in de technische aanpak werd gekozen voor robuuste eenvoud. Het hele gebouw wordt verwarmd en gekoeld via betonkernactivering, aangevuld met koelbalken. Zichtbare technieken zijn geïntegreerd in bestaande kokers, of werden zorgvuldig afgestemd op de brutalistische structuur. “We wilden de installaties zichtbaar maar niet dominant aanwezig maken,” zegt Willemijns. “Dat past bij de eerlijkheid van het gebouw.” Het dak werd ingericht als groendak, op een kleine terraszone na. Het geheel draagt bij aan de energieprestaties en de circulaire ambities van het project.

Het interieurontwerp van NABS (Not A Bike Shop) speelt sterk in op de ruwheid van de zichtbare betonstructuur. De ribbenvloeren, kolommen en centrale balk bleven volledig zichtbaar. Daartussen introduceerden de ontwerpers warme materialen zoals marmer, terrazzo en inox. Het argyle-patroon in de vloer geeft oriëntatie, terwijl flexplekken, lunchcorners, vergaderzalen en informele zithoeken logisch in elkaar overvloeien. “We hebben van in het begin sterk gepleit om de brute betonnen draagstructuur met al zijn littekens zichtbaar te houden,” zegt Willemijns. “Het karakter van dit gebouw zit in zijn ruwheid, niet in camouflage.”

Veelzijdig en verbonden

De indeling van de werkverdiepingen is allesbehalve uniform. Er is een rijk aanbod aan plekken: besloten kantoren voor gefocust werk, informele lounges, belhokjes, seminarieruimtes, gedeelde lunchplekken. “Het oorspronkelijke grondplan met een centrale gang hebben we slim opengewerkt,” aldus Willemijns. “Maar zonder in de val te trappen van een open space-concept. We wilden variatie én geborgenheid.” Door technieken, circulatie en kernen strategisch te positioneren, ontstond een layout die vlot aanpasbaar is aan de behoeften van elk bedrijf.

De rondleiding brengt ons naar de hoogste verdieping. Via een witte wenteltrap bereiken we de 24 meter hoge rooftop: een groene zone met 360° uitzicht op de Gentse binnenstad én de omliggende Meersen. “Dit is het hoogste gebouw van Gentbrugge,” zegt Willemijns. “Je voelt hier de ruimte, het licht, de lucht. Dit wordt een plek voor rust, ontmoeting én inspiratie.” Aan de voet van de wenteltrap worden ondertussen tafels gedekt voor de allereerste lunchvergadering in deze ruimte. Door personeelsleden van bistro Lubbi aangevoerde schotels worden warm gehouden op een aangrenzend keukeneiland. Op elke verdieping bevindt zich zo’n eiland: een plek om samen te komen, even te pauzeren, of gewoon een koffie te halen. 

Een toekomst voor het bestaande

Beneden, aan de Kliniekstraat, manifesteert Lubbi zich als meer dan een bistro: het is een plek die de wijk binnenhaalt in het gebouw. Achter het toegankelijke terras — zestig zitplaatsen, vrij te bezoeken — schuilt het nieuwe project van sterrenchef Vilhjalmur Sigurdarson en zijn partner Joke Michiel, bekend van restaurant Souvenir. De sfeer is laagdrempelig, de kaart gezond en huiselijk: pladijs met beurre blanc, lasagne, varkenswangetjes. “Die nieuwe voorgevel met het terras van Lubbi zorgt ervoor dat je het gebouw niet meer als een ziekenhuis leest,” merkt Willemijns op. “Het trekt het leven van de straat het gebouw in – en omgekeerd.”

Veel gebouwen in Vlaanderen delen het profiel van dit voormalige ziekenhuis: rationele structuren uit de jaren 60 of 70, niet spectaculair, maar robuust, goed gelegen en perfect herbruikbaar. Te vaak verdwijnen ze onder de sloophamer. “Zonde,” zegt Willemijns. “Want ze lenen zich perfect voor circulaire transformaties. Je moet alleen durven werken mét wat er is, en niet ertegenin.” WATT The Health toont hoe dat kan. Het project is geen verfraaiing, maar een daad van stedelijke intelligentie. En tegelijk een uitnodiging om ook elders opnieuw te kijken naar wat we al hebben.

Bron KRAS architecten & Revive

  • Deel dit artikel

Onze partners