Waar de focus van de bouwsector jarenlang lag op energie-efficiëntie, verschuift deze steeds meer naar een holistische en integrale benadering van duurzaamheid. Tijdens de Saint-Gobain Sustainable Construction Talks op Futurebuild Belgium onder leiding van Rik Neven (Architectura.be) gingen drie experts in gesprek over deze evolutie, het belang van meetbaarheid en de nood om verder en sneller te schakelen.
Panelleden:
Carolin Spirinckx benadrukt hoe de definitie van duurzaamheid binnen de bouwsector de afgelopen decennia is veranderd. "Als je naar de hele levenscyclus kijkt, zie je dat grijze energie - de energie nodig voor materiaalproductie, transport en verwerking - jarenlang werd genegeerd. Vandaag staat dit aspect hoger op de agenda. Circulariteit, met principes als reuse, recycle, refuse en rethink, krijgt nu meer aandacht. Ook biogebaseerde oplossingen spelen een steeds grotere rol. De focus verschuift dus van energie-efficiëntie naar materialen en circulariteit."
Sunita Vanheers ziet duurzaamheid niet als een extra kostenpost, maar als een manier om meerwaarde te creëren. Ze waarschuwt echter voor greenwashing. "Duurzaamheid moet meetbaar en becijferbaar zijn, niet alleen op milieugebied, maar ook economisch. We hanteren daarom de total cost of ownership (TCO) en life cycle cost (LCC), waarbij niet enkel naar de investeringskosten wordt gekeken, maar ook naar de operationele kosten. Met multicriteria-analyses kunnen we duurzame keuzes objectief beoordelen en vermijden dat de initiële kosten doorslaggevend zijn zonder naar de totale impact te kijken."
Luc Eeckhout wijst erop dat de buitenwereld sneller evolueert dan de bouwsector. "Ik zeg mijn studenten dat het al 'kwart na twaalf' is. We moeten niet langer nadenken over hoe we gebouwen verwarmen, maar hoe we ze koel kunnen houden. Bovendien zetten we nog te weinig in op ‘niet bouwen’. Het bouwen zelf veroorzaakt immers enorme schade. Daarom is het cruciaal dat architecten kritisch nadenken en niet blindelings verder bouwen op oude methodes."
Spirinckx stelt dat meetbaarheid essentieel is voor transparantie en innovatie. "Meten is weten. Labels en meetsystemen geven bouwprofessionals inzicht in de milieu-impact van materialen en gebouwen. Dit helpt om zwakke punten te analyseren en verbeteringen door te voeren. Labels zoals LCA (levenscyclusanalyse) en LCC geven inzicht in zowel de ecologische als economische impact."
Vanheers: “Als je 100 PV-panelen installeert zonder analyse, kan de opbrengst lager zijn dan die van 50 panelen met een doordachte berekening. Met een levenscyclusanalyse kunnen we de embodied carbon - de CO2-uitstoot doorheen de hele levenscyclus van een gebouw - becijferen en zo de beste keuzes maken."
De Europese taxonomie moet helpen om duurzame investeringen te stimuleren. Volgens Spirinckx biedt dit een belangrijk financieel stuurmiddel. "De taxonomie geeft de financiële sector handvaten om duurzame projecten te ondersteunen. Het helpt om te onderscheiden welke activiteiten echt duurzaam zijn."
Sunita Vanheers: “Het hoofddoel van de taxonomie is om de financiële middelen voor duurzaamheid correct toe te wijzen. Het gaat over meten én opvolgen. Niet alles hoeft verplicht te voldoen aan de criteria van de taxonomie, maar zij die wél voldoen krijgen wel toegang tot extra financiële middelen.” Daarnaast dient de overheid volgens haar vooral het goede voorbeeld te geven én het wetgevende en fiscale kader meer te richten op de totale duurzaamheid van bouwprojecten.
Uit een publieksbevraging blijkt dat sommige duurzaamheidslabels nog onbekend zijn. LCA scoort het best, terwijl LCC minder bekend is. “LCA berekent de totale milieu-impact doorheen de hele levenscyclus, terwijl LCC de kosten ervan in kaart brengt,” legt Sunita Vanheers uit.
EPD (Environmental Product Declaration) en TOTEM zijn eveneens gekend. “EPD’s geven inzicht in de milieuprestaties van bouwmaterialen,” zegt Luc Eeckhout. Carolin Spirinckx vult aan: “TOTEM helpt architecten duurzame keuzes te maken en werkt met zowel generieke als bedrijfsspecifieke EPD’s.” Vanheers: “Als alternatief voor TOTEM gebruiken wij vaak ‘One Click LCA’, omdat het gebruik maakt van diverse databases en je meer vrijheid hebt om te configureren.”
Eeckhout: “GRO wordt steeds vaker door de Vlaamse overheid gebruikt om de duurzaamheid van haar gebouwen te meten en te vergroten, maar heeft nog updates nodig.” Vanheers benadrukt daarnaast de waarde van BREEAM: “Dit kwaliteitslabel voorkomt greenwashing door onafhankelijke verificatie.” Spirinckx: “En dan is er nog Level(s). Dat vrijwillige kader begeleidt bouwteams zonder rankings of certificaten, maar met een focus op duurzaamheid doorheen het hele proces.”
Tot slot deelden de panelleden hun gouden tip voor de bouwsector. Spirinckx: “Je kan een goed en duurzaam product hebben, maar het moet ook juist worden toegepast. Daarnaast is betaalbaarheid cruciaal. Duurzaamheid gaat immers over 3 P’s: people, prosperity en planet. Denk ook na over sufficiency: wanneer is het voldoende?”
Vanheers roept op om echte lange-termijnoplossingen te kiezen. "Vermijd gimmicks. Blijf innoveren vanuit je eigen DNA en gebruik de juiste tools om je duurzaamheidsclaims te onderbouwen."
Eeckhout pleit ten slotte voor een fundamentele shift. "De bouwsector moet evolueren van schadebeperking naar een positieve impact op de planeet. Alleen zo bouwen we aan een duurzame toekomst."