Duurzaamheid meten: focus op het doel, vermijd obsessie

Tijdens de Saint-Gobain Sustainable Construction Talks op Futurebuild bespraken Pascal Eveillard (directeur duurzaam bouwen, Saint-Gobain), Hélène de Troostembergh (oprichter en CEO, BuildUp) en Quentin Jossen (associate partner, CLIMACT) de uitdagingen rond het meten van duurzaamheid in de bouwsector. De ronde tafel werd in goede banen geleid door journalist Joaquim Dupont (redactiebureau Palindroom, Architectura.be). In het kader van de duurzame transitie van de bouwsector deelden de drie experts hun visie over o.a. de evenwichtsoefening tussen hoge ambities en de pragmatische realiteit op het terrein, de belangrijkste prioriteiten en de potentiële valkuilen.

Effectieve tools en labels, maar (nog) niet voor iedereen toegankelijk

Tijdens het eerste deel van de ronde tafel bespraken drie experts de duurzaamheidstools en -labels die volgens hen essentieel zijn voor bouwprojecten, maar wezen ze ook op de beperkingen ervan.

Hélène de Troostembergh (CEO van BuildUp, een specialist in duurzame bouw en renovatie met lichtgewicht staalconstructies), benadrukte de hoge kosten en administratieve last: “De wildgroei aan normen en certificeringen belemmert kleine spelers. Alles kwantificeren kan een nachtmerrie worden voor bedrijven zoals het onze. Het creëert extra complexiteit en voedt een consultancymarkt die initiatieven in het veld vertraagt.” Ze pleitte dan ook voor de democratisering van tools en certificeringen, zodat alle marktspelers betrokken worden bij de duurzame transitie van de sector - een punt dat ook de directeuren van Saint-Gobain al hadden benadrukt in hun inleiding.

Volgens Quentin Jossen (consultant bij adviesbureau CLIMACT), laten deze tools en labels bedrijven en overheden toe om duidelijke, gekwantificeerde doelstellingen te concretiseren en te volgen. Tot zijn spijt worden ze te vaak gezien als een last in plaats van een kans: “Er is een verkeerd begrip van de problematiek. Zelfs vandaag lijkt men nog steeds niet te beseffen wat de dramatische gevolgen zijn als we niet snel werk maken van duurzaamheid, in alle sectoren inclusief de bouw.”

Samenwerking en regelgeving als hefboom

De experts waren het eens over de noodzaak van samenwerking doorheen de waardeketen. “Door de versnippering van de sector is samenwerking soms moeilijk. Het is cruciaal om belanghebbenden bewust te maken van hun gemeenschappelijke doelen, en middelen en inspanningen te bundelen,” aldus Pascal Eveillard.

Naast samenwerking ziet Eveillard een aanpassing van de regelgeving als een belangrijke hefboom om de transitie te versnellen. Volgens hem kunnen bouwbedrijven via proefprojecten aantonen dat duurzaam bouwen haalbaar is en zo beleidsmakers stimuleren om regelgeving aan te passen. “Voorbeeldprojecten die door geëngageerde spelers vrijwillig worden uitgevoerd, kunnen echt een verschil maken. Duurzame labels zijn geen doel op zich, maar een manier om inspanningen tastbaar te maken.” Hélène de Troostembergh sloot zich daarbij aan en riep op tot een update van de regelgeving, die volgens haar nog te vaak duurzame innovaties afremt.

Gezond verstand, evenwicht en positieve impact

De sprekers benadrukten ook het belang van gezond verstand en een evenwichtige aanpak. Duurzaamheidslabels en meetinstrumenten zijn waardevolle tools om de perceptie rond duurzaamheid te verbeteren, maar mogen geen obsessie worden. Quentin Jossen waarschuwde voor een te eenzijdige focus. Volgens hem worden andere aspecten van de duurzame transitie soms over het hoofd gezien of onderschat in de zoektocht naar duurzaamheidscijfers: “De bouwsector blijft denken in een lineaire logica, terwijl recyclingkanalen nog onderontwikkeld blijven. Er is een collectief bewustzijn nodig over alle facetten van duurzaamheid. Een voorbeeld is de overdreven nadruk op energie-efficiëntie, ten koste van koolstofneutraliteit. En biodiversiteitskwesties worden nog te vaak aan de kant geschoven.”

Ook Hélène de Troostembergh deelde die mening: “Te veel spelers focussen op de ESG-criteria, die zich vooral richten om het beperken van de risico’s voor het bedrijf. Wat we nodig hebben, is een holistische aanpak die een positieve impact heeft op de sector én de maatschappij.” Tot slot pleitte Pascal Eveillard voor geharmoniseerde methoden voor duurzaamheidsberekening op Europees en mondiaal niveau, om de transitie te versnellen en objectiever te maken.

Deel dit artikel:
Onze partners