Jaaroverzicht 2010 - Grootse plannen voor onze stationsbuurten
Hasselt: Poort naar de stad

Gent: Multimodaal knooppunt

Na de restauratie en
uitbreiding van Antwerpen-Centraal krijgt Jacques Voncke van Eurostation
met Gent Sint-Pieters opnieuw de opdracht om een ‘spoorwegkathedraal’
in te passen in een toekomstgericht stationsontwerp. Het is dus de tweede keer dat Voncke van Eurostation de opdracht kreeg
om een historisch patrimonium te integreren in een toekomstgericht
stationsontwerp.
Ik noem dat een integere benadering van architectuur. Voor mij moet architectuur immers niet alleen mooi zijn, maar ook een doel hebben. Natuurlijk moet je als ontwerper niet stoppen bij het functionele. De meerwaarde bij mijn ontwerp ligt in het scheppen van interessante sferen. Zo moet een station meer zijn dan een overstapmachine, het moet er ook aangenaam vertoeven zijn. Een juiste sfeer creëer je door in te zetten op details. Ik wist dat door het gebruik van (natuurlijk) licht en door het scheppen van hoogte in een redelijk vlakke constructie, het gebouw zou opleven.
Het station
heeft momenteel een onderdoorgang die 120 meter lang en 4,5 meter hoog
is. Boven deze onderdoorgang liggen 12 sporen en perrons. Een donkere
tunnel dus, met weinig of geen daglicht. Wel, ik heb de ingenieurs
aangespoord om een spoorconstructie te ontwerpen die een minimum aan
ruimte in beslag neemt. Hierdoor kon ik ruimte vrijgeven aan de
onderdoorgang. Omdat perrons minder draagkracht nodig hebben dan
spoorinfrastructuur, kon ik onder de perrons maar liefs 2 meter
teruggeven aan de onderdoorgang. Bovendien gebruik ik hier
lichtdoorlatende vloeren, zodat het daglicht in de onderdoorgang
getrokken kan worden. Het resultaat is dat het tunnelgevoel volledig zal
verdwijnen. Men wordt als het ware uitgenodigd om van de ene kant van
het station naar de andere kant te wandelen.
Ronse: Een terminus als nieuw begin

De projectpartners
zien het station als terminusstation of eindpunt van het spoor. Het
buitendienst stellen van de in onbruik geraakte spoorlijn richting Leuze
biedt schitterende kansen. Vanaf het stationsplein wordt de voormalige
spoorlijn heringericht als fiets- en wandelpad met ontsluiting naar het
westen en het zuiden (verbinding sportzone). Deze groene ader fungeert
als ruggengraat voor een nieuw stedelijk landschap langs de bestaande
bebouwing. Aangezien Ronse over een groot aantal leegstaande panden
beschikt, hebben de projectpartners ervoor gekozen om het hergebruik van
deze panden te stimuleren, eerder dan nieuwe gronden aan te snijden
voor stedelijke verdichting.
De gebieden gelegen ter hoogte van
de oude spoorlijn zullen geherwaardeerd worden als een opeenvolging van
groene, landschappelijke kamers, elk met een eigen identiteit, in een
nieuw stadspark. Deze opeenvolging zorgt voor een ritme in de beleving
van het fiets- en wandelpad dat aansluit op het station dat ook uiting
geeft aan het meervoudige landschap van de Vlaamse Ardennen. Zoals
dichter en journalist Paul Scott Mowrer wist te zeggen: “A fine
landscape is like a peace of music, it must be taken at the right
tempo”. Bovendien draagt de uitbouw van deze landschappen bij tot de
broodnodige biodiversiteit.

De stationsbuurt van Roeselare met zijn ingewikkeld verkeerskluwen wordt vandaag als zeer onaantrekkelijk ervaren. Hier komt verandering in dankzij een langs vier zijden toegangkelijk nieuw stationsgebouw, dat oa. via open pleinen de dialoog met de omgeving aangaat.
Mechelen: Ontmoetingsruimte

Het ontwerp van het nieuwe stationscomplex van Mechelen focust zich op de mens in al zijn wisselende gedaanten: de reiziger, de bewoner, de toevallige passant, de werknemer en de genieter. Het ontwerp van Salvatore Bono (Euro Immo Star) slaagt er in om een nieuwe dialoog op gang te brengen tussen het station en de stad. Ook het archetype van het station wordt verlaten. Waar een station traditioneel gekenmerkt wordt door een stationsplein, een ontvangstgebouw en een perronoverkapping, vloeit het stationsgebeuren in het ontwerp van Bono haast naadloos over in de openbare ruimte. Het station overstijgt hierdoor het ‘mobiliteitstransferium’ en wordt een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dit past perfect in onze tijdgeest die de schaarste van de ruimte erkent en daardoor de noodzaak voelt om een publieke ruimte niet eenzijdig, maar juist dialogerend en met een wisselende beleving in te vullen. Het station wordt een open binnenplaats, een ‘urban lounge’.
Toen de Italiaanse architect ruim een half jaar geleden door Euro Immo Star gevraagd werd de stationsomgeving van Mechelen te ontwerpen, stelde hij snel vast dat de site een specifieke ontwerpuitdaging inhield. De projectsite en de ruimere omgeving worden gekenmerkt door een complexe infrastructuur, die omringd wordt door waardevolle groenstroken, een waterloop, tal van historische relicten, woonwijken en een industriële werkplaats van de NMBS (het Arsenaal). Het huidige station vormt een barrière waarop de historische stad en het stadsleven doodloopt. Dit was dan ook de belangrijkste ontwerpopdracht: het station mag niet langer het eindpunt van de stad Mechelen zijn, maar moet juist fungeren als de schakel tussen de historische en de toekomstige stad. Belangrijk was het om het station en de sporenbundel transparant te maken. Salvatore Bono liet de verschillende omgevingselementen het ontwerp mee bepalen, waarbij het nieuwe stationsgebouw een relatie legt in plaats van een barrière opwerpt. Het nieuwe station vloeit samen met de stad en opent zich naar de nog te ontwikkelen nieuwe stad.