Vier consortia werken aan zonnegevel voor Concertgebouw Brugge
-
© Stad Brugge
De toekomstige zonnegevel van het Concertgebouw moet bewijzen dat energieopwekking en erfgoedzorg perfect te combineren zijn.
Het renovatiedossier rond de gevel van het Concertgebouw Brugge komt in een stroomversnelling. Vier tijdelijke consortia, samengesteld uit nationale en internationale experts, zijn geselecteerd om een offerte in te dienen voor de ontwikkeling van nieuwe gevelbekleding die zonne-energie kan opwekken. De oorspronkelijke terracottapannen werden vorig jaar verwijderd nadat bleek dat ze loskwamen door poreusheid en rot in de onderliggende structuur. Het Concertgebouw grijpt de kans om de gevel niet louter te herstellen, maar te vernieuwen met een toekomstgerichte oplossing.
De geselecteerde consortia worden uitgenodigd om een voorstel uit te werken dat technische prestaties koppelt aan een uiterlijk dat het originele gevelbeeld zo goed mogelijk benadert. Vanaf 2026 zullen twee consortia een innovatietraject doorlopen waarin gezocht wordt naar een geïntegreerd ontwerp dat esthetisch, financieel én energetisch overtuigt. Zoals eerder op Architectura.be toegelicht, ambieert het Concertgebouw een voorbeeldrol als living lab voor zonnegevels in complexe stedelijke contexten.
Energie en erfgoed verenigd
De uitvoering van de werken is voorzien voor 2027 en 2028. De totale kostprijs wordt geraamd op 13,3 miljoen euro. Stad Brugge engageert zich voor de helft van dat bedrag, op voorwaarde dat ook Vlaanderen zijn deel opneemt. Daarnaast wordt gerekend op Europese subsidies die de factuur met zo’n 2,9 miljoen euro kunnen verlichten. Intussen blijft een tijdelijke bekleding met fotodoeken het gebouw afschermen van het publieke zicht.
De toekomstige zonnegevel moet bewijzen dat energieopwekking en erfgoedzorg perfect te combineren zijn. Met deze aanpak hoopt het Concertgebouw niet alleen een duurzame oplossing te realiseren, maar ook nieuwe perspectieven te openen voor andere gebouwen in Vlaanderen. Door in te zetten op innovatie in een zichtbare, culturele landmark, krijgt het project een voorbeeldfunctie die verder reikt dan Brugge.
