AAVO Architects en Ontwerpbureau Pauwels ontwerpen toekomstgericht Technisch Centrum voor Nieuwpoort

Eén centrale uitvalsbasis

Vandaag zijn de technische diensten van de stad verspreid over maar liefst acht locaties, met het huidige magazijngebouw in de Justus Van Clichthovenstraat als belangrijkste uitvalsbasis. Die versnippering maakt de coördinatie en samenwerking tussen afdelingen moeilijk, met logistieke inefficiëntie en tijdverlies tot gevolg. Het nieuwe Technisch Centrum brengt alle uitvoerende diensten voor het eerst samen op één plek, en vormt zo een krachtige hefboom voor een performantere interne organisatie.

De site op De Noordvaart werd niet toevallig gekozen: gelegen naast het bestaande recyclagepark en vlot bereikbaar, biedt de locatie logistieke troeven én schaalvoordelen. Volgens burgemeester Kris Vandecasteele is dit nieuwe centrum “een modern werkplatform dat samenwerking tussen ambachten stimuleert en de logistieke keten van opslag tot uitvoering optimaliseert.”

Hedendaagse interpretatie van de vierkantshoeve

In plaats van te kiezen voor een louter functioneel industrieel volume, stelde AAVO Architects een ontwerp voor dat diepgeworteld is in het lokale landschap. De typologie van de vierkantshoeve — met gebouwen rond een binnenkoer — vormde de basis van het ontwerp. Deze opstelling biedt beschutting tegen wind en regen, bevordert de circulatie en versterkt de visuele eenheid van het geheel.

De centrale binnenplaats krijgt een actieve rol als logistiek knooppunt en ontmoetingsplek. Rondom worden de verschillende functies georganiseerd: werkplaatsen, opslagruimtes, bureaus en technische installaties. Zo ontstaat een leesbaar en coherent geheel dat tegelijk robuust en uitnodigend oogt. De architectuur ademt streekgebondenheid én hedendaagse efficiëntie uit.

Landschap en water als bondgenoten

Voor de landschappelijke inpassing tekent Ontwerpbureau Pauwels, dat inzet op een natuurlijke buffering rond het gebouw, geïnspireerd door de aanwezige waterlopen en openheid van het polderlandschap. De groene inrichting biedt niet alleen ecologische meerwaarde, maar verhoogt ook het comfort voor de gebruikers. Werken in een omgeving met zicht op water en groen is niet enkel esthetisch, maar bewezen bevorderlijk voor het welzijn.

Daarnaast zorgt de landschappelijke aanpak voor een zachte overgang tussen het industriële karakter van het terrein en het omliggende landschap. Groene wadi’s, hagen, bomenrijen en open zichten verankeren het project op duurzame wijze in zijn context. Zo wordt het Technisch Centrum meer dan een utilitair gebouw: het wordt een plek met betekenis.

Doordacht ruimtegebruik

Het terrein van 15.000 m² biedt voldoende ruimte voor een gebouw met een footprint van 4.100 m² en een centrale binnenkoer van 4.930 m². Met een ontwikkelde vloeroppervlakte van 6.430 m² is er ruimte genoeg voor de diverse functies, zonder aan compactheid in te boeten. De clustering van functies maakt interne circulatie vlot en overzichtelijk, terwijl logistieke stromen elkaar niet kruisen.

De architectuur speelt in op de noden van verschillende types werkplekken. Zo is er aandacht voor robuuste, makkelijk te onderhouden materialen in de werkplaatsen, terwijl de administratieve ruimtes juist transparanter en aangenamer zijn ingericht. Er werd bewust gekozen voor een ontwerp dat inzet op functionele eenvoud, met oog voor degelijkheid en gebruiksgemak.

Duurzaamheid als kernwaarde

Van bij het begin stond duurzaamheid centraal in dit project. Zowel in materiaalkeuze als in technische installaties wordt gestreefd naar een minimale ecologische impact. Er wordt ingezet op circulair bouwen, waarbij hergebruikte en recycleerbare materialen een prominente plaats krijgen. Energie-efficiënte systemen en hernieuwbare energiebronnen maken deel uit van het technische concept.

Naast energie en materialen is er ook aandacht voor klimaatadaptatie. Het dak en de buitenruimte zijn voorzien op buffering van regenwater, en hittestress wordt vermeden via groene zones en schaduwrijke inplanting. Nieuwpoort toont zich hiermee als een stad die haar infrastructuur bouwt met het oog op de generaties van morgen.