Het gebrekkige toezicht van gemeenten op de naleving van milieuvergunningen is tekenend voor de staat van het lokale bestuur. Fusies zijn een eerste stap op weg naar beterschap, meent Filip De Rynck, emeritus hoogleraar bestuurskunde aan UGent.
Audit Vlaanderen, de Vlaamse dienst die toeziet op het goed functioneren van de Vlaamse gemeentebesturen, stelt vast dat het in gemeenten ontbreekt aan toezicht op de naleving van goedgekeurde milieuvergunningen. Er is ofwel geen toezicht, ofwel zijn er veel te weinig ambtenaren om de nodige controles uit te voeren. In De Standaard vertelt burgemeester Jan de Keyser van Oostkamp dat zijn gemeente poogt de situatie te verhelpen, maar dat dat met slechts één ambtenaar lastig is (DS 28 februari). Oostkamp is, met zijn 24.000 inwoners, niet eens een kleine gemeente.
Audit Vlaanderen stelt bovendien dat er ook sprake is van politieke bemoeienis met de manier waarop lokale ambtenaren dat toezicht (niet) mogen uitvoeren.
In een studie uit 2024 besluiten stedenbouwkundigen Yannick Willemstein en Tom Coppens (Universiteit Antwerpen) dat er in bijna de helft van de lokale besturen “een vermoeden van belangenconflict is” bij de uitreiking van omgevingsvergunningen. Het gaat over vergunningen waarbij politici zelf of via familieleden betrokken zijn en over cliëntelisme ten voordele van bepaalde burgers. Zulke zaken doen zich vooral voor in kleine gemeenten met minder dan 10.000 inwoners en niet in gemeenten met meer dan 50.000 inwoners. De onderzoekers suggereren dat grote steden gevrijwaard blijven, “omdat de administratie daar een grotere rol krijgt in de voorbereiding” en “politici verder staan van de individuele dossiers”.
In de kleinere gemeenten worden ambtenaren vaker overvraagd en kunnen zelfs ‘eenpersoonsdiensten’ ontstaan, die het lokale bestuur zeer kwetsbaar maken: eenzame en overvraagde ambtenaren zijn gemakkelijk onder politieke druk te zetten. Een ambtelijke laag die politieke willekeur kan tegenhouden, ontbreekt of schiet tekort.
Dat is een ernstig probleem. Een lokaal bestuur dat burgers ongelijk behandelt en bovendien niet eens in staat is de voorwaarden van haar eigen vergunningen te controleren, ondermijnt het vertrouwen van burgers.
De praktijk rond milieu- en omgevingsvergunningen illustreert wat zich in de buik van het Vlaamse binnenlandse bestuur afspeelt. Want het is waarschijnlijk dat soortgelijke problemen zich voordoen rond veiligheid, zorg, cultuur, wonen, mobiliteit… Steeds meer en steeds complexere taken worden uitbesteed aan lokale besturen die de nodige ambtelijke capaciteit ontberen, waardoor de deur openstaat voor wispelturige beslissingen.
Na evaluatie van de zeven gemeentelijke fusies van 2019 besluiten Torfs en Callens dat die fusies overwegend een versterking van de ambtelijke capaciteit tot gevolg hadden Fusies leiden tot grotere teams, bieden meer mogelijkheid tot specialisatie en ze zorgen daardoor voor een gezonder machtsevenwicht tussen een versterkt bestuur en de politici.
Het is de verstoring van dat evenwicht wat nu in veel kleine gemeenten tot machtsmisbruik leidt. De versterking van de ambtelijke bestuurskracht is dus in het belang van politici die een beter onderbouwd beleid uitgevoerd willen zien; het is ook in het belang van ambtenaren, omdat zij in hun expertise als beleidsvoorbereider erkend en gewaardeerd zullen worden. En het is vooral in het belang van burgers, die een rechtvaardige dienstverlening verlangen.
In haar tweehonderd bladzijden tellende regeerakkoord formuleerde de regering-Diependaele op niet minder dan 102 plaatsen verwachtingen in lokale besturen: op het vlak van activering, armoedebestrijding, kernversterking, eerstelijnszorg, preventie inzake veiligheid … Het takenpakket van de lokale besturen wordt dus uitgebreid. Vorige zaterdag nog riep minister van Gezin Caroline Gennez (Vooruit) nog alle lokale besturen op om zich voor de organisatie van de buitenschoolse opvang te engageren.
Dat het takenpakket zo breed is, is op zich niet verwonderlijk: voor de aanpak van veel maatschappelijke opdrachten is het lokale niveau cruciaal. Maar in veel lokale besturen is daarvoor nauwelijks personeel.
Het regeerakkoord vermeldt laconiek dat “elk lokaal bestuur over een sterke administratie moet beschikken”, maar geeft nergens aan hoe ze dat wil bereiken. Wat extra kleingeld voor de kleine gemeenten lost dat niet op. En het is zeer sympathiek dat Minister van Binnenland Hilde Crevits jonge mensen oproept om voor een job in de lokale besturen te kiezen, maar dan moet de regering ook de voorwaarden bieden om hen in dienst te houden. Op dit moment verlaten ambtenaren het lokale bestuur als ze er alleen voor komen te staan, vooral als ze ook nog politieke interventies ervaren in de dienstverlening. En dan wordt het in die gemeenten nog stiller.
In de laatste nachten van de Vlaamse regeringsvorming hebben de partijvoorzitters beslist om niet beslissen over fusies. Ze hielden het bij versleten gemeenplaatsen over het belang van het lokale bestuur. Het is tijd om wakker te worden: deze regering haalt haar eigen doelstellingen niet met deze lokale besturen. Fusie is zeker geen wondermiddel, het is wel een noodzakelijke voorwaarde om de ambtelijke capaciteit van onze lokale besturen te versterken en het dalende vertrouwen in de lokale democratie tegen te gaan.
Filip De Rynck is emeritus hoogleraar bestuurskunde aan UGent. Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Standaard.