OPINIE. Er lijkt in Vlaanderen vooral te worden gebouwd om de omzet van de bouwsector op peil te houden (Robin De Ridder, VRP)

Robin De Ridder is beleidsmedewerker bij de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning vzw. Hij vraagt zich af of er dan echt geen modellen bestaan waarbij niet nieuwbouw, maar renovatie en circulariteit het welvaren van de bouwsector bepalen.

In het kortverhaal Heeft een mens veel land nodig (1887) vertelt Leo Tolstoj de parabel van een boer die door de duivel wordt ingefluisterd dat hij niet genoeg land heeft. Verleid door jaloezie en hebzucht reist hij verder en verder weg, op zoek naar steeds meer en goedkopere grond. Het einde laat zich raden – zijn inhaligheid leidt hem uiteindelijk zijn graf in, waarvan Tolstoj als antwoord op de titel nauwkeurig de afmetingen geeft: zes voet, van kop tot teen.

Bijna anderhalve eeuw later blijkt de vraag nog steeds even actueel, al is het vandaag niet meer de landbouwgrond, maar woningen die het kapitaal symboliseren. Hoeveel woningen heeft een mens nodig ? Over die vraag buigt zich binnenkort een Vlaamse taskforce wonen-ruimte, opgericht door ministers Melissa Depraetere (Vooruit) en Jo Brouns (cd&v).

Hoewel de taskforce zich in naam zal bezighouden met de vraag hoe “een betaalbaar en duurzaam woonaanbod te creëren op goed gelegen locaties”, blijkt uit de aanloop naar de opstart al hoe anders de verwachtingen van drukkingsgroepen zijn. In een analyse in deze krant trekt bouwsectorfederatie Embuild aan een klein alarmbelletje omdat het aantal vergunningen voor nieuwbouw lager ligt dan vorig jaar.

Dat dezelfde cijfers ook aangeven dat we ook met die daling nog afstevenen op 32.500 vergunde nieuwbouwwoningen in 2024, op een bevolkingstoename van rond de 25.500 huishoudens per jaar, wordt daarbij niet vermeld. Dat er in Vlaanderen intussen ongeveer 430.000 woningen staan die niemand als hoofdverblijf gebruikt, ook niet. Het lijkt er sterk op dat er vooral gebouwd wordt om de omzet van de bouwsector op peil te houden, niet omdat er nood zou zijn aan (nieuwbouw)woningen.

Dat belooft voor de taskforce. Want afhankelijk van wie je vraagt hoeveel woningen een mens nodig heeft, krijg je een totaal ander antwoord. Wie belang hecht aan een betaalbaar woonaanbod, houdt het wellicht bij “één, maar dan wel een betaalbare en kwaliteitsvolle”. Wie vooral het belang van de bouwsector voor ogen heeft, zal eerder antwoorden “genoeg om de omzet te doen stijgen”. In een periode van schaarste op de woningmarkt vallen die twee antwoorden ongeveer samen, en zorgt het lenigen van de woningnood tegelijk ook voor winst in de bouwsector. Maar geconfronteerd met een overaanbod aan woningen, zoals vandaag het geval is, groeien ze steeds verder uit elkaar.

Gelukkig leidt die divergentie niet meteen tot de dood van de boer, zoals bij Tolstoj. Maar we kunnen ons stilaan wel afvragen of het opgeven van open ruimte – en dan vooral landbouwgrond – voor woningbouw nog wel te verantwoorden is als dat enkel dient voor de omzet van de bouwsector, en niet voor huisvesting.

Bovendien maakt een overaanbod aan nieuwbouwwoningen het renoveren van oudere huizen ook minder aantrekkelijk, waardoor het risico vergroot dat kinderen bij het overlijden van hun ouders het ouderlijk huis niet meer verkocht krijgen, en zelf de sloopkosten moeten dragen.

Zouden er dan echt geen modellen bestaan waarbij niet nieuwbouw, maar renovatie en circulariteit het welvaren van de bouwsector bepalen? Hopelijk levert de taskforce daar binnenkort het antwoord op.

 

Robin De Ridder is beleidsmedewerker bij de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning vzw. Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Morgen.

Bron: De Morgen
Deel dit artikel:
Onze partners