INTERVIEW. Roel Hendrickx (Gevelinzicht): “Vertrek van de materialen en hun eigenschappen.”
Op 6 mei 2025 zal Roel Hendrickx, duurzaamheidsadviseur bij Gevelinzicht, zijn visie delen tijdens het Architectura-webinar over de gebouwschil van de toekomst. Voor Hendrickx is de gebouwschil niet zomaar een fysieke scheiding tussen binnen en buiten, maar een complex samenspel van materialen, technieken en contextuele randvoorwaarden. “De gebouwschil staat centraal in ons werk bij Gevelinzicht,” zegt hij. “Ikzelf werk vooral rond het verduurzamen van bestaande gevels in al hun aspecten. Nieuwe gevels bestudeer ik vooral wanneer er specifieke hygrothermische of materiaaltechnische uitdagingen zijn.”
Vanuit die brede praktijkervaring ziet Roel Hendrickx een duidelijke rode draad in de fouten die vandaag nog steeds worden gemaakt. “Er worden vaak materialen toegepast op plaatsen waar ze eigenlijk niet geschikt zijn of niet volledig tot hun recht komen. Architecten laten zich soms te veel leiden door een bepaald beeld. Dat esthetische ideaal primeert dan op de technische prestaties van het gekozen materiaal.” Die discrepantie tussen beeld en bouwfysische prestaties kan leiden tot kortetermijnproblemen en ondermijnt volgens Hendrickx ook de duurzaamheid en robuustheid van gebouwen op de lange termijn.
De gebouwschil biedt echter ook enorme kansen om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen en klimaatadaptatie. Maar dan moeten we breder denken dan enkel thermische isolatie. “De gebouwschil kan ook een rol spelen in buffering van vocht en warmte, in een verstandige omgang met daglicht, en in het maximaliseren van functionaliteit met zo weinig mogelijk toegevoegde ingebedde CO₂.” Hendrickx pleit voor een aanpak die alle aspecten samen weegt, maar tegelijk ook steunt op gezond verstand, ervaring en feedback van gebouwbeheerders en aannemers..
Demonteerbaar bouwen
Ook circulair bouwen heeft volgens hem een plaats binnen de gebouwschil, maar dan wel op een realistische manier. “Bepaalde materialen lenen zich goed tot hergebruik: we werken de laatste tijd bijvoorbeeld regelmatig rond recuperatie van baksteen en dakpannen. Daarnaast blijft demonteerbaar bouwen in het algemeen cruciaal. Daarom hebben wij een duidelijke voorkeur voor systemen die op een stijl- en regelwerk worden gemonteerd, eerder dan gelijmde systemen. Die laatste zijn moeilijker te herstellen of te recycleren. Een ander voorbeeld: voor luchtdichtheid wordt meer en meer gewerkt met vloeibare producten of sprays die de drager contamineren. Dat willen we voorkomen als het kan.”
Waar veel optimisten kansen zien in biobased materialen, houdt Hendrickx een kritische blik. “Groene gevels zullen wellicht vaker voorkomen, maar technisch blijft het uitdagend. Houten gevelbekleding blijft problematisch in stedelijke omgevingen: ondanks verbeteringen in luchtkwaliteit is het nog altijd moeilijk om houten gevels te vinden die er na enkele decennia nog mooi verouderd bijstaan.” Biobased oplossingen bieden dus potentieel, maar de toepassing moet afgestemd zijn op de specifieke omgeving en technische randvoorwaarden.
Innovatieve materialen
Op het vlak van innovatieve modellen zoals 'façade as a service' is Hendrickx sceptisch. “Uit de ervaring van mijn collega’s met renovaties van appartementsgebouwen denk ik dat dit model moeilijk haalbaar is. De vergelijking met een ESCO, waar installaties via een dienstverleningsmodel vernieuwd worden, gaat niet helemaal op. De schil is veel duurder, veel meer maatwerk, en vraagt een andere schaal en intensiteit van ingrepen.” Een geveloplossing kan niet zomaar 'ingeplugd' worden zoals een installatie, en dat maakt volgens hem het verdienmodel onzeker.
Een gevelexpert zoals Hendrickx wordt meestal betrokken wanneer ontwerpteams tijdens het proces op specifieke technische vragen botsen. “Het gaat dan bijvoorbeeld over innovatieve materialen waarvoor geen normen of certificering bestaan, zoals bij de nieuwe gevelsteen van het Designmuseum in Gent. Of over binnenisolatie van historische metselwerkgevels, een domein waar de risico’s groot zijn en expertise essentieel is.” Daarnaast komt Gevelinzicht vaak in beeld bij energetische renovaties van appartementsgebouwen, een vakgebied dat barst van de technische randvoorwaarden en waarin weinig speelruimte is voor experimentele oplossingen.
Respect voor het bestaande
Ook bij de vraag of behoud of sloop de beste optie is, wordt Gevelinzicht regelmatig betrokken. “Wij voeren LCA-analyses uit op vraag van opdrachtgevers. Maar uiteindelijk worden beslissingen meestal genomen op basis van budgetten en buikgevoel. Wij zijn van nature behoudsgezind. Wat deugdelijk is, gooien we liever niet weg.” Die houding sluit aan bij zijn bredere visie op duurzaamheid, waarin rationeel materiaalgebruik en respect voor bestaande structuren centraal staan.
Wanneer Hendrickx innovatieve gevelsystemen bestudeert, is de blik gericht op technische performantie. “Wij bestuderen nieuwe systemen vooral op mogelijke vochtproblemen, detaillering en bevestigingssystemen. Esthetiek is belangrijk, maar brandveiligheid primeert altijd. Daarna streven we ernaar om ook aan de EPB-eisen te voldoen.” Innovaties zitten volgens hem vaak in kleine verbeteringen: alternatieve opbouwen, meer gebruik van gerecycleerde materialen, of verbeterde combinaties van traditionele technieken.
Uitvoeringskwaliteit
De toekomst van de gebouwschil zal ook afhangen van wie hem bouwt, merkt Hendrickx op. “Wie gaat de gebouwschil in de toekomst maken? Steeds meer gespecialiseerde aannemers? Zelfbouwers omdat aannemers onbetaalbaar zijn? Dat is een vraag die we ook onder ogen moeten zien.” Ingewikkelde aansluitingen, dak- en geveldoorvoeren, speciale bevestigingen, … blijven wellicht het terrein van de aannemer, maar misschien kunnen we ook draaiboeken maken voor simpele robuuste systemen die in het bereik liggen van handige Harry’s.
Tot slot vat hij zijn belangrijkste boodschap kernachtig samen: “Vertrek van de materialen en hun eigenschappen.” In zijn ogen is dat de enige manier om rationeel te bouwen en zowel technische, esthetische als ecologische ambities op lange termijn waar te maken.