LAVA architecten transformeert Paul Van Ostaijen-site in Leuven tot bruisend huis voor cultuur en biodiversiteit
In een groene hoek van Leuven is de voorbije jaren in stilte gewerkt aan een bijzondere transformatie. Wat ooit een klooster was en later decennialang dienstdeed als schoolsite, draagt vandaag de naam van dichter Paul Van Ostaijen, wiens avant-gardistische geest een treffend symbool vormt voor creativiteit en vernieuwing. Het ontwerp van LAVA architecten voor de nieuwe Paul Van Ostaijensite toont hoe respect voor erfgoed en ambities voor de toekomst hand in hand kunnen gaan. Het oorspronkelijke kloostergebouw uit 1937 onderging een zorgvuldige renovatie waarbij waardevolle elementen behouden zijn gebleven en ruimtes een nieuwe bestemming hebben gekregen.
Daarmee werd niet alleen een monumentaal gebouw nieuw leven ingeblazen, maar ook een duurzame en flexibele ontmoetingsplek geschapen. Het project kwam tot stand na een gewonnen Open Oproep in 2011 en werd sindsdien stap voor stap uitgewerkt, in een traject van bijna vijftien jaar. LAVA architecten werkte daarvoor nauw samen met een aantal gespecialiseerde partners: Cenergie (technieken), AB Associates (stabiliteit), Daidalos Peutz (akoestiek), Ontwerpbureau Pauwels (landschap), 2B-Safe (EPB), ABESCO (veiligheidscoördinatie) en Artes Roegiers als hoofdaannemer. Die langdurige samenwerking legde de basis voor een ingrijpende vernieuwing die het karakter van de plek maximaal respecteert.
Een van de ingrepen die meteen opvalt, is de herbestemming van de voormalige kapel, waar nu een theaterzaal met een nieuwe houten tribune is ondergebracht. Deze ruimte, ooit een stille plek voor contemplatie, vormt vandaag een dynamisch hart van de site. Architect Thomas Delauré van LAVA architecten benadrukt dat deze metamorfose emblematisch is voor de geest van het project: “De transformatie van de voormalige kapel naar een theaterzaal springt ongetwijfeld het meest in het oog.” Naast het bestaande volume werd een compacte nieuwbouw opgetrokken om extra ateliers, polyvalente sportzalen en kantoorruimtes te creëren, allemaal met respect voor de schaal en het karakter van het historische ensemble.
Ruimtes die meebewegen met gebruikers
De grote meerwaarde van de vernieuwde site schuilt in de flexibiliteit waarmee de ruimtes kunnen inspelen op verschillende noden en generaties. Schepen Bert Cornillie benadrukt dat het gebouw bewust is opgevat als een plek waar disciplines elkaar kruisen en de hele wijk bij betrokken wordt: “De lokalen en ateliers zijn zo ontworpen dat ze op elk moment kunnen worden gedeeld door scholen, verenigingen en culturele organisaties, zodat hier altijd iets te beleven valt.” Dankzij die doordachte indeling kan eenzelfde ruimte overdag plaats bieden aan lessen voor kinderen en ’s avonds het decor vormen voor een voorstelling of repetitie. Zo is de site uitgegroeid tot een gedeeld huis waarin creativiteit en gemeenschapsleven permanent aanwezig zijn.
Om die veelzijdigheid mogelijk te maken, ontwikkelden de ontwerpers specifieke ruimtelijke en technische oplossingen. “De architectuur ondersteunt maximaal de werking van de verschillende organisaties en stimuleert inspirerende relaties tussen de uiteenlopende activiteiten”, verduidelijkt Thomas Delauré. Zo zijn de lokalen akoestisch afsluitbaar, waardoor een muziekles en een theaterrepetitie elkaar niet hinderen, en is de infrastructuur voorzien op een snelle wissel van functies. Dat maakt het mogelijk dat in hetzelfde gebouw tegelijkertijd lessen, voorstellingen en buurtactiviteiten plaatsvinden zonder in te boeten aan kwaliteit of comfort.
Een katalysator voor talent en ontmoeting
De vernieuwde Paul Van Ostaijensite krijgt de rol van culturele hotspot in een stad die ambitieus vooruitkijkt. Bert Cornillie ziet in het project een hefboom om het creatieve potentieel van Leuven ten volle te ontwikkelen: “Studenten van Academie SLAC en Conservatorium SLAC krijgen hier ruimte om te leren, hun creaties te tonen en composities uit te voeren.” Ook Cirkus in Beweging maakt gebruik van de infrastructuur om Leuven te versterken als circusstad: “Cirkus in Beweging kan van hieruit Leuven nog steviger op de kaart zetten als dé circusstad van België.” Het project sluit perfect aan bij de bredere ambitie om in 2030 Europese Culturele Hoofdstad te worden en een voortrekkersrol op te nemen in duurzame cultuurontwikkeling.
De realisatie van de site was het resultaat van een intensieve dialoog tussen de stad, de ontwerpers en de erfgoedinstanties. Boudewijn Debonnet, projectarchitect van Stad Leuven, vindt dat net de kracht van het project: “Hun expertise komt pas echt tot zijn recht in het proces waarin respect, samenwerking en wederzijds begrip centraal staan.” Die samenwerking leidde tot een ontwerp waarin authentieke elementen van het klooster niet alleen bewaard bleven, maar ook een nieuw verhaal kregen. Zo bleef de art-decostijl zichtbaar in de gevels, terwijl de kapel een eigentijdse invulling kreeg als theaterzaal. Het project toont hoe behoud en vernieuwing elkaar kunnen versterken als alle betrokken partijen dezelfde ambitie delen.
Energiezuinig en low-tech
Die ambitie van stad en ontwerpteam op vlak van duurzaamheid vertaalde zich in tal van ingrepen die het energieverbruik minimaliseren en het comfort optimaliseren. Op het dak werden zonnepanelen geplaatst in een subtiele tint, zodat ze nauwelijks opvallen in het historische straatbeeld. Delauré benadrukt dat de energetische vernieuwing ook de historische gebouwen ten goede komt: “Specifiek aan dit project is dat door de koppeling op een BEO-veld niet alleen de nieuwe toevoegingen maar ook de oorspronkelijke erfgoedgebouwen CO₂-neutraal worden.” Zo bewijst het project dat erfgoedbehoud en klimaatverantwoordelijkheid perfect samengaan.
De ontwerpers kozen daarnaast bewust voor eenvoudige technieken, waarbij het gebouw grotendeels zelf instaat voor zijn thermisch comfort. “Via grondige energetische studies deden we onderzoek naar low-tech oplossingen om alle gebouwen koel te houden en mobiele zonnewering te vermijden,” vertelt Delauré. Schepen Christophe Stockman onderstreept dat deze aanpak bijzonder goed werkt: “De dikke muren en diepe ramen zorgen er bovendien voor dat het binnen aangenaam koel blijft, zelfs op warme dagen.”
Circulair bouwen als vanzelfsprekendheid
Een opvallend aspect van het project was de zorgvuldige omgang met bestaande materialen. Sloop gebeurde selectief en circulair, waarbij bouwstoffen lokaal opnieuw werden ingezet. Delauré schetst hoe dat proces verliep: “Afgebroken materialen van de oorspronkelijke gebouwen werden getest, genormeerd naar kwaliteit in een labo en terug in omloop gebracht op andere bouwwerven en de lokale bouwhandel.” Daardoor kreeg het verleden letterlijk een nieuwe plaats in het heden en werd de ecologische voetafdruk beperkt.
Boudewijn Debonnet benadrukt hoe belangrijk zo’n integrale visie is voor toekomstbestendig bouwen: “Als stad Leuven geloven we dat duurzaam bouwen verder gaat dan enkel materialen en technieken. LAVA architecten vormde hierin een onmisbare partner.” Volgens hem toont het project dat duurzaamheid ook betekent dat je vanaf het eerste moment samen keuzes maakt over materialen, energie en gebruik. “Alleen door die intensieve samenwerking konden we zowel de historische waarde behouden als een plek creëren die klaar is voor de volgende generaties,” zegt hij.
Natuur verweven met erfgoed
Niet alleen het gebouw zelf, maar ook de buitenruimte onderging een ingrijpende herinrichting. Het terrein werd opnieuw ingedeeld met een ontvangstzone die als schoolpoort fungeert, een beeldentuin en vier nieuwe parktuinen. Delauré vertelt hoe de plannen zorgvuldig zijn afgestemd op de historische context: “We hebben eerst het bestaande bomenpatrimonium in kaart gebracht, omdat sommige exemplaren – net als het voormalig klooster ‘Broos’ – onder erfgoedbescherming vielen.” Zo bleef het waardevolle groen behouden en werd het terrein tegelijk een aantrekkelijke plek voor buurtbewoners en gebruikers van het complex.
Ook de architectuur zelf draagt bij aan een grotere biodiversiteit. Nestgelegenheden, groene gevels en daken creëren een leefomgeving voor talloze kleine diersoorten, zoals zwaluwen en vleermuizen. Delauré noemt dat een logische keuze in een stedelijke context: “Er zijn groengevels, semi-intensieve groendaken en nestkasten geïntegreerd om de ecologische waarde van het project te versterken.” Deze ingrepen maken het complex klimaatvriendelijker én zorgen tegelijk voor een visueel aantrekkelijker en aangenamere beleving.
Samenwerking als fundament voor succes
Dat de Paul Van Ostaijensite vandaag een bruisende plek is, komt volgens Debonnet door de intensieve dialoog tussen alle betrokken partijen. “Expertise komt pas echt tot zijn recht in het proces waarin respect, samenwerking en wederzijds begrip centraal staan,” zegt hij. Het project toont hoe gedeelde ambities en vakmanschap elkaar versterken en leiden tot een resultaat dat erfgoed, educatie en natuur samenbrengt.
Debonnet vat het proces treffend samen in een boodschap die vooruitkijkt: “Alleen door elkaars belangen te erkennen en samen naar één doel te werken, konden we een succesverhaal schrijven. Samen met LAVA architecten en de aannemer tonen we wat mogelijk is wanneer mensen écht samenwerken.” Hij hoopt dat de Paul Van Ostaijensite inspiratie biedt voor toekomstige projecten waarin duurzaamheid, erfgoed en gemeenschapsleven net zo vanzelfsprekend samengaan.