Contactformulier

Recticel Insulation

Nieuwe dakisolatie plaatsen: waar mag het en hoe?

  • image

Een nieuwe isolatielaag aanbrengen op een bestaand plat dak vraagt om een zorgvuldige analyse van de ondergrond. Zowel de waterdichting als de draagstructuur moeten in goede staat verkeren om een duurzame oplossing te garanderen. Voor je beslist hoe je de isolatie bevestigt, moet je zeker weten of verlijming mogelijk is, of je moet overgaan tot mechanische bevestiging of ballast. Recticel benadrukt welke richtlijnen helpen om de juiste keuzes te maken.

Hoe stevig is de bestaande dakopbouw?

Vooraleer nieuwe isolatie geplaatst kan worden, moet de bestaande dakopbouw technisch in orde zijn. Dat betekent dat de verschillende lagen nog stevig met elkaar moeten verbonden zijn: de waterdichting moet goed hechten aan de isolatie, de isolatie aan het dampscherm, en het dampscherm aan de draagstructuur. Als een van die verbindingen onvoldoende is, zijn bijkomende maatregelen nodig. Denk bijvoorbeeld aan een mechanische bevestiging of een verzwarende ballast, maar enkel indien de draagstructuur het bijkomende gewicht toelaat.

Bijzondere aandacht gaat naar de dakopstanden, de zones waar de dakafdichting omhooggaat tegen de muren. Deze plekken zijn het meest blootgesteld aan windbelasting. Het is cruciaal dat de afdichting hier nog goed vastzit en dat er kimfixatie aanwezig is, zoals aanbevolen in Technische Voorlichting 244 van Buildwise.

Ook de kwaliteit van het hellingsbeton moet worden gecontroleerd. Als deze laag gestort werd bij slechte weersomstandigheden, kan de interne samenhang onvoldoende zijn. In dat geval vormt verlijming op deze ondergrond een risico, aangezien een slechte hechting ertoe kan leiden dat de volledige dakopbouw loskomt bij hevige wind.

Tot slot is het belangrijk om na te gaan of er leidingen in de afschotlaag aanwezig zijn. Zulke leidingen kunnen mechanische bevestiging bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken.

Synthetische dakmembranen: verlijming meestal uitgesloten

Indien de bestaande dakafdichting uit synthetisch materiaal bestaat, zijn de mogelijkheden voor verlijming beperkt. In de meeste gevallen kan er niet verlijmd worden op synthetische membranen. Dan blijven er twee opties over:

  • Mechanische bevestiging, met minimaal vier bevestigingspunten per plaat van 1200 x 600 mm, of zes voor grotere platen tot 2500 mm.
  • Ballast, op voorwaarde dat het om kleine platen gaat én de dakstructuur voldoende draagkracht heeft om het extra gewicht te ondersteunen.

Als geen van beide methoden mogelijk is, moet de bestaande afdichting worden verwijderd. Wanneer deze echter verlijmd is op de onderliggende isolatie, kan het verwijderen daarvan schade veroorzaken aan de isolatieplaten. In dat geval is vervanging van de beschadigde isolatie noodzakelijk.

Bitumineuze membranen: verlijming wél mogelijk

Bij bitumineuze afdichtingen zijn de mogelijkheden ruimer. Verlijming van nieuwe isolatie is hier in de meeste gevallen mogelijk, mits een degelijke voorbereiding van het oppervlak. Losliggende leislag en stof dienen verwijderd te worden en het oppervlak moet voorzien worden van een hechtprimer.

Toch moet ook hier de staat van het membraan kritisch beoordeeld worden. Als het membraan loskomt of tekenen van veroudering vertoont, is verlijmen niet aangewezen. In die gevallen biedt een mechanische bevestiging of ballast opnieuw een veiliger alternatief.

Bij verlijming van isolatie op bitumen wordt bij voorkeur gebruikgemaakt van een opschuimende PU-lijm. De naden in bitumineuze membranen zijn vaak dik en ongelijk; PU-lijm helpt om oneffenheden te overbruggen en een duurzame hechting te realiseren. Net als bij synthetische daken blijven mechanische bevestiging en ballast ook hier valabele opties, op voorwaarde dat de onderliggende draagstructuur het toelaat.

 

Bron Recticel

  • Deel dit artikel

Onze partners