POLO.platform transformeert industriële site in Edegem tot inclusieve en duurzame stadsbuurt Minerve
Aan de rand van Fort V in Edegem ondergaat een voormalige industriële site een opvallende gedaanteverwisseling. Op de plek waar ooit de autoconstructeur Minerva gevestigd was en waar later Agfa-Gevaert filmrollen produceerde, ontstaat vandaag een duurzame en levendige woonwijk. De herontwikkeling – gecoördineerd door Revive – transformeert het brownfield tot een kwalitatieve woonomgeving waar architectuur, landschap en energiegebruik elkaar versterken. De eerste fase, ontworpen door POLO.platform en ingebed in een masterplan van Achtergael architecten, omvat zestig appartementen en zestien woningen rond een collectief binnenhof. Het landschapsontwerp van OMGEVING brengt structuur en sfeer met een opeenvolging van tuinkamers, solitaire bomen en het hergebruik van materialen.
Het project Minerve kreeg van meet af aan een uitgesproken duurzame ambitie mee, gekoppeld aan een fijnmazige verweving met de omliggende stadsstructuur. Het masterplan legt de nadruk op zichtlijnen, verblijfsplekken en trage mobiliteit, en beoogt een samenhangende beeldkwaliteit ondanks het feit dat meerdere architectenbureaus betrokken zijn. POLO kreeg de opdracht voor de noordwestelijke hoek van het terrein, met de vrijheid om typologieën en volumetrie te herdenken in functie van zoninval, oriëntatie, relatie met de buitenruimte en woonkwaliteit. In die zin betekende het ontwerp ook een verdere uitwerking en optimalisatie van het masterplan.
Leven rond een hof
De noordwesthoek van de site is opgevat als een begijnhofachtig ensemble van volumes in rode baksteen, gegroepeerd rond een open binnenhof. POLO koos ervoor om de grondgebonden woningen in een langgerekte balk aan de zuidzijde te positioneren, zodat de voordeuren en toegangen rechtstreeks uitgeven op het verkeersluwe woonerf en de keukens optimaal profiteren van de zuidoriëntatie. De zestien woningen combineren compacte starterswoningen met doorgroeieenheden voor gezinnen. Ze beschikken elk over een compacte private tuin met fietsenberging en zonneterras, en geven via een tuinpoortje toegang tot het gedeelde binnengebied. Deze opstelling stimuleert toevallige ontmoetingen zowel aan de voor- als aan de tuinzijde en versterkt het buurtgevoel.
De zestig appartementen zijn ondergebracht in een U-vormig volume dat de rest van het binnenhof omsluit. Dankzij de afwisselende bouwhoogtes – van twee tot vijf lagen – ontstaan er private daktuinen en halfopen patiotuinen die variatie aanbrengen in het geheel. Deze semi-open tuinen bieden zowel geborgenheid als zichten op de groene kern, en zorgen tegelijk voor een subtiele schakering binnen het ensemble. In- en uitsprongen in het bouwvolume zorgen voor ritmiek en vermijden monotone gevelwanden, terwijl de interne organisatie inzet op optimale lichtinval en wooncomfort.
Architectuur met oog voor context
POLO baseerde het gevelontwerp op een nauwkeurige lezing van de context. De markante loods van 180 meter lengte die naast het project ligt, met zijn uitzonderlijke metselwerk in blokverband, vormde de inspiratie voor een hedendaagse interpretatie. Alle gebouwen zijn opgetrokken in rode baksteen geproduceerd in Vlaanderen, verwerkt in verschillende metselverbanden. Dat zorgt voor een gelaagd, levendig gevelbeeld dat verwijst naar zowel het industriële verleden van de site als naar de nabijgelegen historische tuinwijk. De authentieke bakwijze in ringoven draagt bij aan een genuanceerde schakering in kleur en textuur.
De dakzone is opgevat als een duidelijke bekroning: een speciaal ontworpen metselverband met uitstekende koppen genereert een rijk spel van licht en schaduw. Het geheel ademt vakmanschap en subtiliteit, en brengt een hommage aan de ambachtelijke traditie van de metsersstiel. POLO weet met bescheiden middelen een architectuurtaal te ontwikkelen die tegelijk vertrouwd en hedendaags oogt, en die het collectieve en het individuele op een vanzelfsprekende manier weet te combineren. Dit spanningsveld is wellicht de grootste kracht van het ontwerp.
Duurzaam op meerdere fronten
Duurzaamheid vormt een ruggengraat van het project. In plaats van individuele verwarmingssystemen, zijn alle gebouwen aangesloten op een warmtenet dat gevoed wordt door restwarmte van de nabijgelegen Agfa-Gevaert-site. Dat maakt Minerve tot een van de eerste projecten in België waar een private onderneming haar industriële restwarmte inzet voor de verwarming van een woonwijk. Dit model verlaagt zowel de CO2-uitstoot als de energiekosten voor de bewoners. Bovendien geeft het project zo invulling aan principes van circulaire economie en energiedelen op wijkniveau.
Alle gebouwen zijn voorzien van regenwatertanks en zijn voorbereid op de installatie van zonnepanelen. Bouwmaterialen uit gesloopte loodsen worden hergebruikt in funderingen, schanskorven en puinborders. Fietsenstallingen zijn royaal voorzien – zowel per woning als collectief in de kelder – die bereikbaar is via een grote fietsenlift. Autoverkeer wordt grotendeels ondergronds gehouden, zodat de publieke ruimte boven alles groen, kind- en voetgangersvriendelijk blijft. Die keuze maakt van Minerve niet alleen een leefbare, maar ook een gezonde en veilige woonomgeving.
Biodiversiteit en ecologie als ontwerpprincipes
Het landschapsontwerp van OMGEVING versterkt de beleving van de plek en vergroot actief de ecologische waarde van de wijk. De opeenvolging van vier tuinkamers – een speelzone, een activiteitenplek, een rustzone en een promenade – zorgt voor afwisseling in gebruik en sfeer. Wateropvang gebeurt in regentuinen, de beplanting is grotendeels inheems en insectvriendelijk, en in de gevels zijn voorzieningen opgenomen voor vleermuizen en gierzwaluwen. Daarbij worden bovengrondse pijpleidingen en reststructuren uit het industriële verleden integraal in het ontwerp opgenomen.
Het regenwater wordt lokaal hergebruikt voor toiletspoeling en irrigatie, maar ook gedeeld met omliggende buurten en industriële partners. Puinborders en traag groeiende boomsoorten creëren een robuuste maar natuurlijke uitstraling. Nachtverlichting wordt zorgvuldig beperkt en afgestemd op het leefritme van fauna. Deze maatregelen illustreren een radicaal ecologisch ontwerpkader, waarin architectuur en landschap complementair opereren.
Ruimte voor ontmoeting en gemeenschapsvorming
Naast woonkwaliteit en ecologie is ook gemeenschapsvorming een expliciete ambitie. Een van de bestaande gebouwen bevat een ontmoetingsruimte die dienstdoet als kringwinkel, buurtrestaurant en vergaderplek. Dergelijke sociale infrastructuur stimuleert informele ontmoetingen tussen bewoners en draagt bij aan een sociaal weefsel binnen de wijk. Ook de collectieve tuin, het binnenhof en de diverse wandelroutes vervullen een gelijkaardige rol.
Meer dan de som van woningen, vormt Minerve een buurt met een sociaal hart. Er is ruimte voor cohousing en andere gedeelde woonvormen. Meer dan de helft van de wooneenheden is bestemd voor gezinnen met een gemiddeld inkomen, wat het project toegankelijk maakt voor een breed publiek. De wijk is opgebouwd rond principes van inclusie, nabijheid en collectiviteit, zonder in te boeten aan esthetische of functionele kwaliteit.
Succes bij bewoners én vakjury's
De publieksrespons op Minerve was bijzonder positief. De eerste fase was reeds volledig uitverkocht bij oplevering en ook de volgende fasen kennen een sterke interesse. Het innovatieve verwarmingssysteem, de kwalitatieve buitenruimte en het gemeenschapsgevoel worden regelmatig genoemd als troeven. De combinatie van een hoogwaardige architectuur, doordacht landschap en een radicaal duurzaam energieconcept blijkt aantrekkelijk voor een divers publiek van bewoners.
In 2024 bekroonde de vakjury van de RES Awards het project als Best Residential Development. Zij loofden onder meer de verweving van de woningen in een rijk netwerk van parkzones, speeltuinen en collectieve tuinen. In 2024 volgde tevens internationale erkenning via de ULI Europe Awards for Excellence, waar Minerve werd geprezen om zijn voorbeeldfunctie inzake duurzaamheid, biodiversiteit en toekomstbestendige woonvormen. De jury waardeerde vooral de combinatie van sociale en ecologische meerwaarde in een herontwikkelde industriële context.
Van fabrieksterrein tot toekomstwijk
Minerve in Edegem toont hoe een voormalige industriële site met visie, samenwerking en doordachte ontwerpkeuzes kan transformeren tot een hedendaagse, inclusieve en duurzame stadsbuurt. De herontwikkeling van de Agfa-Gevaertsite is geen vrijblijvende stedenbouwkundige ingreep, maar een antwoord op urgente ruimtelijke en maatschappelijke uitdagingen. POLO.platform slaagt erin om binnen het bredere masterplan van Achtergael een coherente architecturale entiteit te creëren die zowel helder als gelaagd is. Het project balanceert tussen rationaliteit en poëzie, tussen functionaliteit en zachtheid, zonder zijn binding met de plek te verliezen.
De eerste fase van Minerve is exemplarisch in haar detaillering, typologische rijkdom en ruimtelijke leesbaarheid. De kwalitatieve materialisatie, de doordachte positionering van woonvolumes en de actieve stimulering van zachte mobiliteit maken deze eerste fase tot een referentieproject. Tegelijk bewijst Minerve dat herontwikkeling van brownfields niet hoeft te eindigen in compromissen: het project legt de lat hoog en biedt tegelijk een schaalbaar en toekomstgericht model voor andere transformaties in Vlaanderen en daarbuiten. Edegem herinnert zich met Minerve niet alleen zijn industriële geschiedenis, maar krijgt er vooral een vernieuwend stadsdeel bij, gebouwd op collectieve waarden en ruimtelijke kwaliteit.